Cobweb: het zijn maar dromen... toch?

Het is leuk als een horrorfilm z'n ware aard een beetje verborgen houdt totdat personages en publiek voldoende details hebben geleerd, waarna er ruimte is om te escaleren naar een gewelddadige finale. Dat is wat Cobweb is; niet wat het in eerste instantie lijkt en daardoor, heel fijn, wat lastiger te voorspellen.

De centrale rol is weggelegd voor Peter (Woody Norman), een achtjarig enig kind dat 's nachts bang is voor de geluiden in zijn slaapkamer, zoals zo veel kinderen. Zijn specifieke aandacht gaat uit naar geklop uit zijn slaapkamermuur, en mogelijk ook een stem die daaruit klinkt. Zijn ouders (Lizzy Caplan en Antony Starr) lijken niet erg begaan met zijn angsten. Volgens hen moet hij gewoon niet zo bang zijn voor zijn eigen verbeelding.

Cobweb: Woody Norman

Veel van de spanning en het mysterie achter de geluiden in zijn slaapkamer rusten op het idee dat Peter zich vooral dingen inbeeldt. Regisseur Samuel Bodin bouwt een wereld rondom de jongen op die de indruk geeft dat niemand aan zijn kant staat. Dat is te zien aan hoe zijn ouders zijn angsten niet serieus nemen, of hoe ze hem niet toestaan met Halloween langs de deuren te gaan, maar ook aan hoe een pestkop op school hem steeds te pakken neemt. Peter raakt hierdoor geïsoleerd in zijn eigen wereldje, waarin hij praat tegen zijn slaapkamermuur, waarin hij iemand meent te horen die wél naar hem luistert.

Wat Peter vervolgens denkt te leren is dat zijn ouders iets duisters voor hem verborgen houden en daarmee schuift de focus langzaam van iets onschuldigs als een kinderdroom naar de dreiging van het niet meer kunnen vertrouwen van je eigen naasten. Zeker vanuit het perspectief van een klein jochie is dit natuurlijk een serieus angstwekkend probleem. Door Peters lens worden we toeschouwers van een mysterie met een geloofwaardige achtergrond, dat geleidelijk opbouwt en door steeds een klein stukje te misleiden de focus verlegt van het ene onderwerp naar het andere, zonder dat dit leidt tot een onsamenhangend verhaal of verlies van broodnodige spanning. Door initieel weinig te tonen en veel te projecteren vanuit de verbeelding van de jongen blijft veel van de mogelijke dreiging onzeker.

Het helpt hierbij dat Caplan en Starr uitstekend gecast zijn als de ouders waarvan je niet helemaal zeker weet of ze het nu wel allemaal zo goed bedoelen. Zeker Starr, het beste bekend als de superheld-annex-superschurk Homelander uit The Boys, weet de ambiguïteit op zijn gezicht te laten stralen; de strenge vader die het toch wel goed bedoelt, toch?

Cobweb: Woody Norman en Lizzy Caplan

Verweven door Peters belevenissen zit een verhaallijn van zijn lerares (Cleopatra Coleman), die signaleert dat het bij Peter thuis misschien niet helemaal goed gaat. Haar rol is wat onderontwikkeld, vooral omdat Coleman weinig meer te doen krijgt dan af en toe aankloppen bij het huis en vragen of alles wel goed gaat. Het doet echter de opbouw naar de finale, waarin haar rol wat relevanter wordt, verder geen kwaad en het houdt de focus voldoende op Norman, die als Peter de aandacht voldoende vasthoudt.

Een Halloween-film in meer opzichten dan alleen de tijd waarin het verhaal zich afspeelt (namelijk: rondom de datum van Halloween, met rottende pompoenen in de tuin als verwijzing naar de rot in de ouderlijke relaties in het gezin), met een lekker sfeertje, die de kern bouwt rondom het karakter van het bange jongetje; Cobweb is niet perfect, maar kan er zeker mee door.