NASCAR-coureur Reddick wint na zware finishcrash op Talladega Superspeedway

Voor de liefhebber van laagvliegen op vier wielen keren we nog even terug naar de zondagavond: op de Talladega Superspeedway stond de GEICO 500 op het programma, de tiende race van het jaar in de NASCAR Cup Series en verreden op The Home of the Big One - de enorme snelheden zorgen vaak voor forse crashes.

Michael McDowell vertrok vanaf poleposition, naast Austin Cindric en voor Todd Gilliland, Kyle Busch, Austin Dillon, Martin Truex, Joey Logano, Chris Buescher, Chase Elliott en Christopher Bell. Op een schuivertje van Denny Hamlin in de pitstraat na verliep stage één vrij rustig, met stagewinst voor Cindric en met Elliott, William Byron, Ryan Blaney en Busch ook in de top-5.

Ook de tweede stage verliep opvallend ordentelijk, dit keer was de stagewinst voor Logano, met Cindric, de op de laatste plaats gestartte Kyle Larson, Dillon en Ross Chastain in de top-5. Niet lang na de herstart ging het dan voor het eerst mis: onder meer Bell, Chase Briscoe en Justin Haley kwamen flink in de problemen en liepen de nodige schade op.

Niet iedereen kwam een pitstop maken tijdens de caution, waardoor de boel weer even door elkaar werd geschud: Josh Berry en Noah Gragson reden zo ineens voorop. Ruim dertig ronden voor het einde kwam een eerste group coureurs, met name Toyota's, de in principe laatste pitstop maken, maar kort daarna ging het in die groep flink fout: Bubba Wallace en Erik Jones raakten in de clinch en gingen hard de muur in, ook Hamlin en John Hunter Nemechek waren er bij betrokken.

Met Tyler Reddick en Truex voorop konden we door en ook McDowell en Brad Keselowski kwamen zich in de slotfase voorin melden. McDowell was ijzersterk en leek op weg naar de winst, maar tóch ging het fout: Keselowski tikte de blokkerende McDowell met de finish in zicht in de rondte en zo schoof ineens Reddick door naar de overwinning, voor Keselowski en Gragson, terwijl achter hen zwaar gecrashed werd.