In het vervolg op The Nun is originaliteit wederom nonexistent
In de negende film uit het nu tien jaar oude Conjuring-universum wordt de lat niet bijzonder hoog gelegd; The Nun II, een vervolg op de financieel meest succesvolle film uit de serie, voegt niets toe voor kijkers die misschien wel eens verrast willen worden.
In The Nun, op zichzelf al geen baken van originaliteit, werd verteld hoe een duistere demon die eeuwen opgesloten zat onder wat inmiddels een Roemeens klooster is, de vorm aannam van de inzittenden van dat klooster terwijl het ze intussen de stuipen op het lijf jaagt en de dood in drijft. Je hoeft deze film niet gezien te hebben om dit vervolg te begrijpen; de essentiële plotelementen worden uitgelegd door één van de personages. De demon is in de vorige film ogenschijnlijk verslagen door een priester en een non, maar zoals nu blijkt, niet definitief.
Zuster Irene (Taissa Farmiga), één van de personages uit de eerste film, wordt door haar superieuren opgedragen om het vermoeden te onderzoeken dat de demon weer huishoudt op diverse locaties in Europa. De speurtocht brengt haar, met weinig moeite, naar een kostschool in Frankrijk waar klusjesman Maurice, die haar in Roemenië hielp in de strijd tegen de demon, toevallig ook werkzaam is.
Natuurlijk blijkt uiteindelijk dat er van toeval geen sprake is - op dit punt althans. Het verhaal zelf doet nergens moeite om belangrijke wendingen in de plot op een dramatisch interessante, of zelfs maar originele, manier weer te geven. Een archivaris heeft toevallig de juiste informatie om Irene de juiste kant op te wijzen. Een visioen vertelt haar wat de motieven van de demon zijn. De laatste confrontatie in de finale wordt comfortabel eenvoudig opgelost. Het scenario van The Nun II hangt aan elkaar van clichés en lui schrijfwerk.
De horror zelf is, zoals in het vorige deel, vooral gebaseerd op suggestie en schrikmomenten. Op zichzelf is daar natuurlijk niets mis mee, maar het is toch vaak prettig als met de suggestie van een dreiging langzaam de spanning opgebouwd wordt en met schrikmomenten de spanning wordt ontladen. Hier is echter geen spanningsopbouw te bekennen en de schrikmomenten lijken er alleen te zijn omdat de filmmakers die er graag in wilden hebben. Er zijn geen interessante (artistieke) invalshoeken te bekennen die verklaren waarom men deze film zo graag wilde maken.
Aan de visuele aankleding van The Nun II, en inderdaad van de demonische non zelf, valt niet zo veel op te merken. Die paar keer dat ze daadwerkelijk in beeld is, of wanneer er een ander horrorfiguur dient als angstaanjager, zien deze er mooi eng uit. Maar op geen enkel moment overtuigend gemaakt dat er echt een dreiging vanuit gaat; de demon hangt een beetje rond de randen van het grotendeels onlogische verhaal om af en toe de kijker aan de titel van de film te herinneren.
The Nun II, als (n)onorigineel vervolg op een toch al (n)oninteressante eerste film, voegt dus niets toe aan de filmserie of het horrorgenre in het algemeen. De film bedient kijkers die exact precies dit soort beelden en scènes gewoon wel een beetje leuk vinden om met een half oog naar te kijken, maar verder niemand.