The Flash review: laat nooit een Barry Allen met de tijdlijn knoeien

Een superheldenfilm met boeiende, visueel interessante actie als aanvulling op een karaktergedreven kern? Ja, The Flash is een stuk degelijker opgebouwd dan DC-fans na al die jaren wachten hadden mogen verwachten. Superlatieven over 'de beste superheldenfilm ooit', zoals die de afgelopen weken kwamen bovendrijven, moeten met een korreltje zout worden genomen, maar een mislukking is het in ieder geval niet.

Het is niet altijd een goed voorteken als een film jaren, of decennia zelfs, in verschillende fases van ontwikkeling is geweest, meerdere keren is uitgesteld, verschillende schrijversteams en regisseurs heeft gehad, onderdeel is van een weinig succesvolle franchise en de hoofdrolspeler tegenwoordig vooral bekend is vanwege verschillende misdragingen in het openbaar. The Flash zou om al deze redenen keihard kunnen floppen (en misschien doet het dat ook wel), maar afgaande op de inhoud is daar eigenlijk geen goed argument voor.

The Flash: Ezra Miller

De film, de eerste 'solofilm' voor Ezra Millers Barry Allen (die de rol al sinds 2016 in verschillende films en tv-series speelt), combineert een karaktergedreven verhaal met wat DC ooit bedoeld had een introductie van het multiversum te zijn (maar door alle vertragingen was concurrent Marvel daar uiteindelijk - in de bioscoop althans - eerder mee) en actiescènes die niet wegzakken in eindeloze herrie. Die actie is bovendien prettig in beeld gebracht door IT-regisseur Andy Muschietti, die door lijkt te hebben dat actie ook gewoon leuk moet zijn om naar te kijken.

Het verhaal van The Flash is, in de kern althans, niet uniek. De verhaallijn Flashpoint, die in 2011 in comics verscheen en daarna al in een animatiefilm en een seizoen van de tv-serie The Flash was verfilmd, draait om de gevaren die Barry op zijn geweten heeft als hij terug in de tijd gaat om de dood van zijn moeder te voorkomen. Zijn acties blijken te hebben geleid tot veel meer gevolgen dan je van het klassieke butterfly-effect zou mogen verwachten, en het is aan hem om de nieuwe problemen waar de wereld nu mee te maken heeft op te lossen.

De film maakt om dit in beeld te brengen gebruik van een concept dat de Arrowverse-crossover Crisis on Infinite Earths en de Marvel-film Spider-Man: No Way Home ook toepasten: breng verschillende incarnaties van hetzelfde personage (gespeeld door verschillende acteurs) onder in dezelfde film om te laten zien dat al die varianten, die we door de jaren heen in de bioscopen hebben gezien, eigenlijk onderdeel zijn van één groot multiversum. Het sterke van The Flash is hier dat er niet enorm veel gewicht leunt op het willen benadrukken van het multiversum; het is eigenlijk bijna bijzaak, en dat komt doordat de focus zo sterk blijft liggen op Barry zelf en wat hij wil en doet. Hij wilde zijn moeder redden en door dat te doen is de wereld in gevaar. Om dat gevaar af te wenden zoekt hij de hulp van zijn vriend Bruce Wayne, maar die blijkt door zijn acties iemand anders te zijn geworden. En Clark Kent is nergens te bekennen.

The Flash: Ezra Miller en Michael Keaton

Deze verhaalaspecten geven ruimte voor Michael Keaton om terug te keren in de rol van Batman en voor een nieuwe versie van Supergirl, nu gespeeld door Sacha Calle, om als alternatief voor Superman te bieden. Beiden zijn goede toevoegingen aan de cast; ze waren niet eerder naast Miller te zien en beide personages voelen dus relatief fris en nieuw aan, ook al speelde Keaton deze rol al in een tweetal films in 1989 en 1992. Voor 'zijn' Batman is het daarom bovendien een leuke toevoeging voor de fans en Keatons rol voegt qua karakterisering en actiescènes ook wat toe ten opzichte van dertig jaar geleden.

Sacha Calle, die 'Supergirl' Kara Zor-El nog niet eerder speelde, geeft haar in een eigenlijk maar korte verschijning precies de vertolking die je zou willen: net zo badass als haar neef Kal-El, en net zo empatisch en hulpvaardig. Misschien wel meer zelfs. Het is niet duidelijk of Calle in de toekomst vaker deze rol zal spelen (er staat een Supergirl-film in de planning voor de tweede helft van dit decennium, maar niet duidelijk is wie daar de titelrol krijgt), maar op basis van haar verschijning hier, is ze meer dan welkom om het nog een keertje te doen.

The Flash: Ezra Miller en Sacha Calle

Maar de hoofdrol in The Flash is natuurlijk voor Ezra Miller. De acteur is in de afgelopen jaren regelmatig in het nieuws geweest vanwege incidenten die variëren van asociaal wangedrag tot criminele activiteiten. Het zal voor sommige bioscoopbezoekers reden zijn om deze film achterwege te laten; het acteerwerk van Miller is dat ieder geval niet. Deze misschien wel laatste keer dat die Barry Allen speelt is wellicht ook wel meteen de beste; de onzekerheid, bijdehante houding en het enthousiasme dat in vorige vertolkingen te zien was zijn hier ook terug, maar nu mooi in evenwicht met de ernst van het verhaal. Miller speelt bovendien twee versies van Barry en overtuigt in het onderscheid tussen de twee.

Niets op aan te merken dus, deze laatste stuiptrekking van het Snyderverse? Toch wel. Eén van de leukste scènes in de opening van de film laat zien wat er leuk is aan een superheld die supersnel kan bewegen, maar hoewel de entertainmentfactor hoog is, is de scène een afgeleide van hoe Evan Peters' Quicksilver in de X-Men-films zijn reddingsacties uitvoerde. Origineel is het dus allerminst.

The Flash: Ezra Miller en Sacha Calle

Daarnaast lijdt de film op een paar kleine momenten aan wat het eenvoudigst kan worden omschreven als 'slechte CGI', waarmee wordt bedoeld dat je als kijker twijfelt aan de beeldkwaliteit. Het opvallendste voorbeeld hiervan is in de wijze waarop het tijdreizen wordt gevisualiseerd; een 'chronobowl', een bolvormige virtuele ruimte, geeft Barry een indruk van waar in de tijdlijn hij zich op een bepaald moment bevindt. Hierin zijn fragmenten uit andere scènes in verschillende varianten te zien, maar het lijkt erop alsof de filmmakers er bewust voor hebben gekozen om de personages die daarin zichtbaar zijn in een lagere resolutie te tonen; het is net alsof het personages uit een computergame zijn. Dat geldt ook deels voor een aantal scènes die in verband met spoilers niet zo goed toegelicht kunnen worden, maar waarin personages meer lijken op een redelijk geslaagde deepfake dan op zichzelf. 

Die scènes zijn overigens ook zelf het bekritiseren waard, maar omwille van spoilers doen we dat een andere keer.

Tot slot is het leuk dat er zo veel personages uit andere films te zien zijn (al moet gecomplimenteerd worden dat de film er niet overvol mee zit), maar bijvoorbeeld Michael Shannon en Antje Traue, die hun rollen uit Man of Steel opnieuw spelen, hebben nauwelijks wat te doen in de korte tijd dat ze in beeld zijn en het is jammer om ze terug te halen als je ze zo weinig te doen geeft.

Maar over het algemeen valt er weinig te klagen over The Flash. Het is niet te lang, het is niet overladen met hersenloze actie of vage sciencefiction-onzin (op een stukje van de derde akte na, maar daar gaat snel genoeg de rem op). Er is een gezonde dosis humor en de personages zijn interessant. Ja, dit is best een goede, zij het niet de beste, superheldenfilm.