The First Omen beantwoordt de vraag die niemand stelde
In de categorie 'filmseries waar vast nog wel iets te halen valt' is The First Omen een effectieve, zij het niet geheel originele, prequel van The Omen, waarbij het vooral helpt als je die eerste film nog niet gezien hebt.
The Omen, over een gezin waarin de jonge zoon van een ambassadeur de antichrist (b)lijkt te zijn, verscheen in 1976 en kreeg in de jaren erna drie vervolgfilms. In 2006 volgde een remake die de gebeurtenissen in het (toen) heden plaatste, maar verder grofweg het origineel van Richard Donner volgde. Er zijn ook een aantal tv-films op basis van hetzelfde idee verschenen.
The First Omen presenteert zich als een prequel van die allereerste film: de gebeurtenissen vinden plaats in de jaren 70 en de pastoor uit beide films (gespeeld door Patrick Troughton in The Omen en Ralph Ineson in deze film) hebben een uiterlijke overeenkomst. Het is dus duidelijk dat de remake hier wordt genegeerd en de oorspronkelijke filmserie wordt uitgebreid.
In deze prequel is de centrale figuur Margaret Daino (Nell Tiger Free), een non-in-spé van begin 20 die vanuit de Verenigde Staten naar Rome komt om daar volwaardig non te worden. Ze krijgt een lesgevende positie bij een weeshuis dat door de kerk wordt gerund en ontfermt zich over één van de weesmeisjes, die zich afwijkend gedraagt en als gevolg ervan anders wordt behandeld door de nonnen en de andere leerlingen. Margaret woont in een appartement samen met een andere novice, die haar overhaalt om een avondje door te zakken in de disco, voordat ze haar lichaam en geest volledig aan God wijdt.
De kern van The Omen was dat de antichrist onder de mensen was, in de vorm van een kind. Hier ging vooral een dreiging vanuit; hoewel er bovennatuurlijke elementen zijn, werd er voornamelijk geleund op het idee dat de kleine Damien stiekem een monster is. In The First Omen wordt op een vergelijkbare manier, vanuit het perspectief van Margaret, maar waarbij het publiek dat door de andere films beter weet dan zijzelf, naar één van de kinderen in het weeshuis gekeken. En zoals in The Omen is er een pastoor - dezelfde pastoor - aanwezig die de hoofdfiguur op de hoogte brengt van een plot om de tegenpool van Jezus Christus aan de macht te krijgen.
Je kunt er dus wel van spreken dat deze film een formule volgt. Zelfs een aantal van de dodelijke (on)gevallen zijn verwijzingen naar (zo niet kopieën van) het origineel. Dus wat voegt dit dan nog toe aan wat kijkers misschien al kennen? Eigenlijk niets. De film probeert zich qua vertelling aan te sluiten op de gebeurtenissen in The Omen, die min of meer direct na deze film volgen, en lijkt dus vooral inspriratie te halen uit moderne franchises waarin de lore, de achtergronden van bestaande films, verder wordt uitgediept (denk bijvoorbeeld aan hoe in Alien: Covenant het ontstaan van de Xenomorphs werd uitgelegd, of de gehele prequeltrilogie van Star Wars).
Maar of het nodig was om aan de kijker te tonen hoe een samenzwering binnen de kerk verantwoordelijk is voor het ontstaan van de antichrist? Was het niet voldoende om te focussen op hoe een klein, eng kind zo'n dreiging van zich uit kan laten gaan? Dat is namelijk wat The First Omen juist weer niet doet; als we als kijkers al een mening hebben over dat ene kind dat is buitengesloten, dan is die gevormd door wat Margaret vindt, namelijk dat het een onschuldig meisje is dat dezelfde kansen moet krijgen als anderen. Niks engs aan.
Natuurlijk is deze prequel ook gewoon een horrorfilm op zich; het kent een typische horrorspanning in de zin dat er gevaar op de loer ligt, er zijn af en toe wat goedkope jump scares en sommige beelden zijn lekker een beetje smerig. Prima vermaak, op zich, maar het laat al met al geen diepe indruk achter.