Kapsalontrauma

Aardig zijn is op heel veel plaatsen handig. Een glimlach naar een willekeurige bejaarde levert bijvoorbeeld al snel een lekker softijsje op. Lief zijn voor je baas is goed voor je carrière. Een grote glimlach opzetten en “Mag ik even voor, mijn klavertje vier is thuis net uitgekomen, en ik wil hem graag als eerste water geven”, werkt goed in de rij bij de supermarkt, want mensen laten je ongeacht de reden altijd voor. Zolang je maar lief kijkt! En aardig blijft! Deze tactiek komt me tot nu toe altijd van pas. Behalve bij de kapper.

Ik besloot mijn haar voor Valentijnsdag nog even bij te laten knippen. Niet dat mijn vriend het ziet, maar ik vind het zelf wel een lekker idee. Mijn lange gekrulde lokken haar hingen er wat slapjes en pluizig bij, waardoor ik me meer als een schuw klittenmuisje voelde dan mijn woeste wilde kant met leeuwenmanen. Dus iets meer laagjes erin, een beetje extra aandacht en ik voel me weer kiplekker.

Bij de kapper was het druk. Uiteindelijk kwam ik terecht in een stoel bij een ouwe tang met geblondeerd opgestoken haar. Toen ze zei: “Je hebt zulk mooi haar! We houden het mooi lang en in laagjes”, dacht ik dat we elkaar ondanks het leeftijdsverschil precies begrepen. Ik zette mijn bril af en begon met dagdromen over mijn vriend. Hoe leuk hij lacht, hoe dol hij op mijn lange krullen is, dat hij zo slim is en me steeds aan het lachen maakt, die keer dat ik hem plaagde met mijn koude handen op zijn warme rug.

Intussen viel er steeds meer haar op mijn schoot. Dat had ik niet helemaal in gedachten, maar goed, bij programma’s als America’s Next Top Model kunnen ze het ook meestal wel aan. Af en toe zo’n overdreven traantje, maar kom op, ik ben een nuchtere Hollandse, dat komt wel goed. “Ik ben in goede handen, ik ben in goede handen”, was mijn mantra. Het komt allemaal goed. Ineens was ze klaar. Ik zette mijn bril op en kreeg de schok van mijn leven. Daar zat ik dan. Pony, kort haar voor, een ellenlange mat in mijn nek. De kapster keek me goedkeurend aan, maar dat zegt niet zoveel als ze al zo oud is dat ze de jaren tachtig nog als mode ziet. Kijk, als ik nu een Duitser was geweest van in de veertig met een overdaad aan make-up en veel te weinig kleren, als ik in een caravan woonde en daarbij ook nog eens een man was, dan had me dit best goed gestaan. Ik knikte in totale verbijstering en in een waas was ik op weg naar huis.

Thuis stond ik met afschuw voor de spiegel. Mijn krullen waren weg, helemaal uitgeborsteld in een ontploft uitwaaimodel. De hele avond probeerde ik grappen te maken, want het was een kwestie van lachen of huilen. Ik voelde me woest onaantrekkelijk, dertig jaar ouder en ik had nergens zin meer in. Vooral niet in Valentijnsdag.

’s Nachts brak ik compleet. Na een smsje aan mijn vriend liet hij direct zijn sterkste kant zien: crisismanagement in tijden van nood. “Je lijkt net Helga van Leur op die foto die je stuurde.” Goed. Dat was niet de hulp waar ik op wachtte. “Niet huilen, lieverd. Maar mag ik die pruik eens van je lenen?” Mijn pruillip prikte door de telefoon. “Schat, het maakt helemaal niet uit hoe je haar zit. Ik zou je nog aantrekkelijk vinden als je kaal was.” Ik voelde me weer een beetje beter en bedankte hem voor zijn goede zorgen. “Trouwens, Helga, weet jij welk weer het morgen wordt?” Snikkend hing ik op.

De volgende ochtend kwam ik terug bij de kapper. Aardig blijven, aardig blijven, daarmee schop je het altijd het verst! Maar had ik al verteld dat ik heel goed ben in het slecht timen van mijn uitgesproken mening? Ik tuurde in de spiegel. “Kijk nou eens met me mee,” zei ik tegen de kapster. Ze ging achter me staan. Ik legde haar op enigszins paniekerige toon uit dat ik een godsgloeiende hekel heb aan pony’s en honden met de gordijntjesblik en de combinatie met die mat in mijn nek vond ik helemaal afschuwelijk. De kapster bleef er behoorlijk stil onder. Danig onder de indruk dacht ik, tot ik mijn slechtziende ogen tot spleetjes kneep en de reden van haar zwijgen zag. Haar ogen keken me aan vanonder een pony, terwijl haar bos nekhaar overeind ging staan. Zouden ze eigenlijk wel andere modellen kunnen knippen bij deze kapper?

Toen probeerde ik het maar weer met mijn oude techniek, maar aardig zijn is niet handig als je meer voor elkaar wilt krijgen bij de kapper. Ik ben namelijk ook zeer slecht in de timing om invoelend te zijn. Zo riep ik vlak voor de rekening kwam: “Ja, weet je, die ouwe tang van gisteren heeft ook gewoon maar haar best gedaan, dus ik durfde het niet zo te zeggen.” Dus sloeg mevrouw Nekhaar het volle tarief aan. Mijn gestamel over korting hielp niet meer. “Ik heb er een heel nieuw model in moeten knippen, schat. Dan had je het gisteren maar gelijk moeten zeggen. Laat dit dus maar een wijze les voor je zijn.” Met zo’n vals glimlachje, zoals alleen kapsters die ik per ongeluk erg heb beledigd, kunnen doen.