De moderne huisvrouw

Vriendlief heeft heel veel om blij met mij te zijn. Ik ben immers een lekker ding, intelligent, bijzonder grappig, geen shopverslaving, trouw, een tikkeltje eigenwijs en ook nog eens verliefd op hem. Er is echter één ding wat ik hem niet kan bieden. De perfecte huisvrouw.

Vriendlief is wat ouder dan ik. Zijn ouders komen uit de generatie waarin zelfs de gordijnen nog werden gestreken, want je wist maar nooit wat de buren erover zouden zeggen. Zijn moeder kookt nog altijd met het verste vlees van de slager en hij kon op zijn derde al aanwijzen welke gebakjes vers waren en welke niet meer. Vanuit die comfortabele omgeving heeft hij ook een tik meegekregen: zijn bureau heeft keurige stapeltjes papier en het bed is altijd superstrak opgemaakt. Althans, voordat ik weer binnenkom.

Mijn moeder was een stuk jonger. Haar ouders streken ook ieder handdoekje, maar toen zij als vrijgevochten tienermoeder het huis uitging, verdween ook een beetje van die huishoudelijke discipline van haar ouders. Het gevolg was dat ik opgroeide in een huis waar je als kind absoluut geen astma van kon oplopen. In mijn speelparadijs bestond er nauwelijks zoiets als opruimen. Als ik met mijn luie reet op de bank bleef zitten, hoorde ik wat gemopper uit de keuken en wenste me ze altijd toe dat ik later kinderen zou krijgen die nog luier zouden worden dan ik. Maar ze vroeg me nooit om te helpen en droeg het alleen op als ze gestrest het hele huis aan kant moest maken omdat haar schoonouders langs zouden komen. De bank en ik hebben een goede tijd gehad.

Gelukkig heb ik nog wel enigszins leren koken. Bij ons in huis begon dat meestal met het heerlijk kruiden van het vlees en de benodigde pan af te wassen. Mijn moeder liet me aan potjes kruiden ruiken, zodat ik kon inschatten of het lekker zou zijn bij het gerecht. De lasagne en chili con carne werden ‘mijn’ gerechten, waarop ik me uit kon leven. Aardappelen schillen vond ik stom, dus maakte zij de Hollandse gerechten. En als er dan eens een schouderkarbonade per ongeluk op de grond viel, giechelde ze en stopte ze het snel terug in de pan. “Niets zeggen hoor, die is voor je vader.”

Ik ben nog erg goed terechtgekomen. Althans, dat vind ik zelf. Vriendlief kan alleen maar hoofdschuddend naar me kijken als ik het bed aai, het gehakt niet fijnsnijd zodat het niet langer op wormpjes lijkt of wanneer ik mijn opgevouwen was in schots en scheve stapels in mijn kast laat balanceren. Mijn huidige huishoudlessen bestaan uit de lifehacks van het internet. Zo kan ik nu cadeaupapier mooi houden met een closetrol erom, ik kan sneller paprika snijden en ik heb de Sheldon vouwplank voor mijn schone was. Het is een beginnetje, maar hij moet het er maar mee doen. Ik stel voor dat hij voortaan de was doet, dan zet ik de vuilnis wel buiten. De emancipatie is zo doorgeslagen dat ik gewoon de kennis en vaardigheden niet eens weet. Gelukkig compenseren mijn tieten een heleboel. Want als moderne vrouw kan ik hem alles bieden, behalve de huisvrouw.