Klassieke talen zijn een recht

Eens in de zoveel tijd duikt de discussie weer op: is het niet tijd om Grieks en Latijn af te schaffen en te vervangen voor nuttige lessen, zoals Chinees of programmeren? Maurice de Hond roept het maar wat graag op congressen, tegen de pers en eenieder die het horen wil. Hij heeft ook niet helemaal ongelijk, want dat zijn in deze tijd misschien best praktische vaardigheden. En wat heb ik nu ooit aan oud-Grieks gehad?

Op het eerste gezicht heb ik helemaal niets aan mijn lessen oud-Grieks gehad. Ik koos Grieks, zodat ik me niet hoefde te verdiepen in het akelige Frans. Sinds het diploma van mijn middelbare school ergens op een plank ligt te verstoffen, heeft niemand mij ooit gevraagd om een stuk te vertalen. Het was hooguit handig om een quizvraag over de Griekse goden of filosofen te beantwoorden. Bonuspuntje. In de dagelijkse praktijk van tekstschrijver en marketeer kom ik het geen moment tegen. Maar ja, Chinees kom ik ook nooit tegen. Die lui spreken toch allemaal Engels. En een beetje html-basis kan je van iedere YouTube tutorial leren. Zelfs dat is bijna niet meer nodig met voorgebouwde websites, thema’s en de WYSIWYG-editor. Alles wat ingewikkeld is, wordt langzamerhand eenvoudig gemaakt, zolang er maar genoeg idioten zijn die het gebruiken.

Oud-Grieks of Latijn leer je eigenlijk nooit meer. Behalve als je ervoor kiest op de middelbare school. Of als je zo’n eeuwige student bent die op z’n vijftigste besluit dat klassieke talen ook nog wel een leuke verdieping is van je toch al zo zinvolle intellectuele bestaan. Op de middelbare school leer je de Griekse letters te lezen en schrijven, je leert veelal strijdlustige woordjes uit je hoofd en ontleed iedere zin tot op de apostrof nauwkeurig. Vier Griekse naamvallen, vijf Latijnse naamvallen, drie geslachten: dat zijn al snel twaalf tot vijftien verschillende vervoegingen van ieder zelfstandig naamwoord. Eén ding is zeker: je grammaticale vaardigheden worden oneindig beproefd.

Daarnaast leer je bij klassieke talen veel over de cultuur die de basis heeft gelegd van onze huidige democratische samenleving. Ook lees je oorspronkelijke teksten van intrigerende filosofen en leer je van alles over de klassieke tragedie, wat nog steeds de basis is voor allerlei verhalen. En bovenal maak je kennis met verhalen die eeuwen mond-tot-mond werden doorverteld, tot het in een bloemrijke lezing werd opgeschreven. Om de talrijke personages te onthouden, werd aan de belangrijkste helden een bijvoeglijk naamwoord toegevoegd: de oppermachtige Zeus, jaloerse Hera, sluwe Odysseus. Hermes was altijd herkenbaar aan zijn gevleugelde sandalen en Orpheus betreurde het voor eeuwig dat hij achterom keek om te zien of zijn geliefde Euridikè hem wel kon bijbenen, zodat ze samen uit de onderwereld zouden ontsnappen.

De dode Griekse taal heeft mij niets concreets opgeleverd. Maar ik ben blij dat ik de kans heb gehad om er zes jaar van te mogen proeven. Ruim twaalf jaar na het eindexamen ben ik nog steeds sterk in grammatica, houd ik van schrijvers die bijvoeglijk naamwoorden laten terugkomen om mij te herinneren wie welk personage ook alweer was, en geniet ik ervan om de antagonist te spelen. Het heeft mij geschoold tot een allround verhalenverteller. De bijbehorende vaardigheden zoals video’s monteren en html heb ik als opperalfa mezelf aangeleerd, wat maar weer bewijst dat iedere idioot dat kan. En die eenvoudige dingen wil Maurice de Hond vervangen door Grieks of Latijn? Prima als iemand zich daarin wil verdiepen; ieder zijn ding. Maar niet ten koste van de mooiste keus die een vwo’er kan maken. Klassieke talen zijn niet verplicht, maar een prachtig recht om jezelf te verrijken.