Hoe komen we van de democratie af? (teil Zwei)

We zijn er twee weken geleden achter gekomen dat onze huidige vorm van democratie een paar flinke problemen heeft. Zo hebben wij veelal geen kennis van de zaken waarin besloten moet worden, komen onze meningen door getrapte verkiezings- en beslissingsmodellen nooit ongeschonden ter discussie, en voelen wij veelal de effecten van onze macht niet omdat onze beslissingen zelden bij ons terugkomen (zie de oorlog in Afghanistan). Daarom is het nu tijd om stappen te zetten naar een betere bestuursvorm.

Laten we eerst kort beginnen met het definiëren van een doel; een samenleving gericht op het welzijn van alle mensen binnen deze samenleving.

Zo. Met het doel vastgesteld, kunnen we nu een eerste idee in de groep gooien; stemrecht op basis van IQ. Een studiegenoot had het idee om de score van je IQ-uitslag te koppelen aan hoeveel je stem meetelde. Zo zou de stem van een persoon met een IQ van 120 voor 20% meer mee moeten tellen dan de gemiddelde stem, en zou een tachtiger voor 20% minder meetellen. Op zich vond ik het idee van slimme mensen die de zaken bepalen eigenlijk nog niet eens zo slecht. Immers, slimme mensen kunnen meer complexe zaken overzien, en ik was ervan overtuigd dat slimme mensen ook een bredere horizon hebben en dus de effecten van hun beslissingen beter kunnen overzien.

Dit idee bleek echter weer snel rijp voor de prullenbak. Om te beginnen wil een hoog IQ lang niet altijd iets zeggen over brede horizonnen of overzichten over complexe zaken. Vele autisten en Aspergers zouden stemrecht voor twee hebben en corruptie om je IQ-resultaten op te hogen zou aan de orde van de dag komen. En dan heb ik het nog niet eens over de vraag of een hoog IQ daadwerkelijk een indicatie van intelligentie is. Daar komt nog bij dat hoogintelligente mensen ook lang niet altijd goed in de zin hebben. Zo ben ik ervan overtuigd dat Stalin, Hitler, Hoxha, en andere gelijkgestemden allen zeer intelligent waren.

Dus terug naar de tekentafel. Een gezellige dictatuur misschien? Dat zou de kosten van de eindeloze Kamervragen besparen en het beslissingsproces een stuk efficiënter maken.

Helaas is de dictatuur weinig succesvol gebleken. Het gebrek aan tegenstand heeft de meeste dictaturen laten uitmonden in dystopische tirannieën. Een vorm van tegenstand lijkt dus op z’n minst nodig te zijn om een samenleving zijn doel niet uit het oog te laten verliezen. Vanuit dat oogpunt lijkt een mediacratie ideaal; gezien iedereen een krantje of website op kan zetten, lijkt het idee van de macht leggen bij de media een aardig idee. Het is immers een even decentraal systeem als het internet, wat de afgelopen jaren toch een aardig succesnummertje is geweest. Helaas heeft de macht over populaire media zoals bijvoorbeeld in Italie, weinig goeds gebracht. Alhoewel het een interessant idee lijkt, schuif ik ook de pornocratie terzijde, en gezien mijn nogal laconieke houding ten aanzien van religie lijkt het mij meer dan logisch dat ik ook de theocratie even bij het oud vuil plaats.

Gezien “de rede” als grootste nalatenschap van de verlichting wordt gezien, heb ik ooit eens betoogd dat wetenschap de nieuwe religie zou moeten zijn. Immers; met de rede kun je een objectieve waarheid nastreven. Wetenschap heeft namelijk de naam onafhankelijk van meningen te zijn, om zo objectieve waarheden naar voren te brengen. Zou het dus naast het vervangen van religie met de wetenschap geen goed idee zijn om de ratio ook in onze bestuursvorm een meer prominente rol te laten spelen?

Helaas heeft mijn studie mij laten inzien dat ook statistiek een vorm van kunst is, wat sommige wetenschappers wel heel letterlijk lijken te hebben genomen. Ook de wetenschap laat ik daarom varen als lijdraad in onze utopische maatschappij.

Dat brengt ons op een ideetje wat een meisje aan de bar mij eens gaf. Samen concludeerden wij dat het IQ zou falen als lijdraad voor het stemrecht, omdat IQ helemaal niets zegt over de vraag of de persoon in kwestie enige affiniteit heeft met het doel de maatschappij beter te maken voor ons allen in plaats van alleen voor hemzelf. Daarom kwamen wij met het idee om stemrecht afhankelijk te maken van iemands EQ; zijn emotie-quotient. Logische corruptiezaken, het makkelijk manipuleren van een dergelijk onderzoek en de torenhoge psychologische testkosten voor de maatschappij leg ik even neer als kinderziektes en puntjes op de ‘i’ om verder uit te werken. Op zich vind ik het namelijk een briljant idee; laat de mensen die zich het meeste inzetten voor de medemens de macht nemen. Laat hèn bepalen welke beslissingen wij moeten nemen teneinde een betere wereld voor ons allen te hebben.

Helaas is mijn persoonlijke ervaring dat mensen die veel ophebben met de medemens fantastische mensen zijn, maar over het algemeen weinig efficiënt, beslissingsgericht, of visionair vermogend.

Na al deze alternatieven afgeschoten te hebben wil ik een eerder puntje er weer even bij pakken; in onze huidige democratie, staan wij te ver van onze beslissingen. Zowel in de geografische locatie waar onze mening een effect heeft, als het feit dat wij stemmen voor afgevaardigden, die weer moeten onderhandelen, om over drie jaar nog ongeveer te moeten weten wat wij initieel met onze stem bedoelden.

Daarom stel ik voor om de democratie weer terug naar de mensen te brengen. Laten we ervoor zorgen dat mensen minder makkelijk naar “de overheid” wijzen, maar zich in plaats daarvan machtig genoeg voelen om een verschil te maken. Laten wij in Nederland eens wat machten van onze overheid terugpakken, in plaats van opgeven. Als de rijksoverheid nou eens puur en alleen zorg zou dragen voor de zaken die wij lokaal niet kunnen regelen. Dijken bijvoorbeeld. En snelwegen en de defensie van het land. Laten wij er naar Zwitsers voorbeeld vervolgens voor zorgen dat de gemeenten en/of provincies weer belangrijker worden. En laten we dan de zaken die dicht bij ons staan, zoals de sociale zekerheid, de zorg, en onze scholing  op lokaal niveau regelen. Als we mensen dan ook nog de macht geven om relatief simpel een referendum in te voeren, dan kunnen mensen de resultaten van hun stemrecht op zichzelf en hun directe naasten zien en voelen. Dit zal ervoor zorgen dat mensen ook hun empatisch vermogen sterker mee zullen wegen in hun stembeslissing zonder daarmee al te veel schade aan te richten op plekken die ver van hen verwijderd zijn. Kortom; directe democratie zoals hij bedoeld is.

Máár democratie is nog altijd een vorm van samen beslissen. Daarom vraag ik jullie; iemand betere ideeën?