Niemand verwacht de Endlösung

"Moeilijk vak hè, humor?" Deze woorden sprak Youp van 't Hek ooit tegen iemand uit het publiek die een kansloze opmerking richting podium riep. Niet alleen humor maken is moeilijk, het begrijpen is ook een kunst op zich. Een kunst die in ons politiek correcte wereldje met uitsterven lijkt te worden bedreigd.

Kijk naar de 4 en 5 mei herdenkingen. Wie het waagt een grap te maken die ook maar zijdelings verwijst naar de tweede wereldoorlog kan een flinke storm van protest tegemoet zien. En dat terwijl in de jaren tachtig en daarvoor humor over de oorlog wel acceptabel was. Zo had je bijvoorbeeld 'Allo 'Allo, ooit mateloos populair en uitgezonden door de Tros, toch wel de grootste hangplek voor beeldbuisgekluisterde oorlogsoverlevenden. Zou die serie nu nog gemaakt kunnen worden? En zelfs daarin werd het taboe jodenvervolging nog met een grote boog gemeden. Wie zich voor het inwinnen van informatie over de Tweede Wereldoorlog beperkt tot deze ene luchtige bron, leert van alles en nog wat over Duitsers, de Gestapo, bezetting, onderdrukking, corruptie, verzet, onderduikende Britse piloten, Radio London en nog vele andere zaken. Maar over de jodenvervolging wordt zover ik me kan herinneren in de hele serie met geen woord gerept.

Dat de overlevenden het onderwerp niet los kunnen zien van de pijnlijke herinneringen en dus liever niet de jodenvervolging in verband gebracht zien worden met een grap, daar kan ik nog inkomen. Maar dat kinderen en kleinkinderen nog steeds iedere vorm van humor waarbij een verband met de jodenvervolging wordt gelegd afdoen als kwetsend, ontkennend of bagatelliserend vind ik getuigen van een gebrek aan begrip van hoe humor eigenlijk werkt. Niet iedere grap die een verband legt met de tweede wereldoorlog of de jodenvervolging heeft als mikpunt van spot de oorlog of de joden. Goed, dat is lastig, dus dat leggen we even uit.

Laten we als voorbeeld kijken naar de foto van de school waarbij digitaal de spreuk "huiswerk maakt vrij" boven de poort was toegevoegd, een verwijzing naar de spreuk "arbeit macht frei" boven de poorten van Auschwitz. Natuurlijk is dit niet opzettelijk kwetsend bedoeld richting overlevenden van de kampen of het nageslacht van de slachtoffers. Het is niet de humor, maar de herinnering die pijn doet. De makers van de grap kun je dit niet aanrekenen. Ook documentaires, emotainment over verloren vaders, boeken van Mulisch en de gemiddelde tv uitzending op 4 of 5 mei roepen die herinneringen en die pijn weer op. Moeten die dan ook geweerd worden? Vrijwel iedere grap die ooit gemaakt is zal wel een verband leggen met een ervaring die bij iemand, ergens, ooit een pijnlijke herinnering oproept. Humor maar helemaal verbieden dan?

Wil men met de grap de jodenvervolging ontkennen? Nee. De makers geven ermee zelfs al aan dat zij op de hoogte zijn van de vervolging en van details ervan. Tevens verwachten zij dat hun publiek op de hoogte is van deze feiten - zonder die kennis zou de grap immers nooit over kunnen komen.

Bagatelliseren ze dan de jodenvervolging door er een grap over te maken? Dit is waarschijnlijk het punt waar de meeste mensen die de grap "niet vonden kunnen" de makers van beschuldigden. Maar feitelijk wordt er geen grap over Auschwitz gemaakt. Er wordt een grap over een school gemaakt. Men pretendeert dat de omstandigheden op de school even slecht zijn als in het concentratiekamp. Dit is een extreme overdrijving en dat wordt over het algemeen als grappig ervaren. Juist omdat zowel maker als publiek bekend zijn met hoe afschuwelijk de omstandigheden in Auschwitz waren, werkt deze grap. Het is een erkende stijlfiguur die hyperbool wordt genoemd (maar bij de meeste mensen als overstatement bekend zal staan).

Of je iets leuk vindt of niet blijft vooral een kwestie van persoonlijke smaak, maar de ontstane verontwaardiging over deze, voorgaande en volgende grappen met een verwijzing naar de jodenvervolging kan ik alleen verklaren door het enorme taboe dat er op het onderwerp rust, al dan niet in combinatie met een gebrek aan kennis over hoe humor eigenlijk werkt. Ethisch gezien is er niets mis met grappen die verwijzen of verbanden leggen met pijnlijke onderwerpen, als men maar het respect kan opbrengen om het mikpunt van de spot te leggen bij degenen die het verdienen, en niet bij de slachtoffers van zo'n gebeurtenis. Het besef dat het geen reden voor afschuw of schande is als iemand gebruik maakt van historische kennis om een grap te maken is wat dat aan gaat nog niet erg tot ons land doorgedrongen.