Bijna weer jarig

Ik ben groot fan van het wetenschapsnieuws op nu.nl. Niet allemaal wegsurfen nu, maar nog meer dan op Fok! presenteert men daar uitkomsten van de geweldige onderzoeken waar de hedendaagse wetenschap mee bezig is.

Mijn lievelingsonderzoek is toch nog steeds het schokkende onderzoek waaruit bleek, dat autobestuurders die onvoorzichtig reden meer ongelukken veroorzaakten dan autobestuurders die voorzichtig door het verkeer navigeerden. Dat soort fascinerende uitkomsten die natuurlijk nimmer intuïtief aangenomen hadden kunnen worden, vormen de fundamenten van onze wetenschap en stuwen de mensheid steeds verder op het pad richting alwetendheid.

Maar ook het onderzoek naar mensen die bang zijn voor de tandarts blijft legendarisch. Het bleek dat de meeste mensen niet echt bang zijn voor de tandarts, maar vooral voor de pijn die de tandarts ze zal doen. Voor veel tandartsen zal het een geruststelling geweest zijn dat het dus niet aan hun vak, persoonlijkheid of kekke outfit ligt. Patiënten met een dentistofobie (of hoe dat dan ook in wetenschappelijk jargon mag heten) kunnen nu doeltreffender door psychologen geholpen worden. En het was nog lang onrustig op het gezamenlijke tandarts/psychologen/patiënten forum waar de resultaten bekend werden gemaakt.

Een paar maanden geleden was er nog het onderzoek van wetenschappers van de Deense universiteit van Aarhus, waar dan definitief in werd bewezen dat iemand's karakter niets, maar dan ook echt niets, met zijn of haar geboortedatum of sterrenbeeld te maken heeft. De vakbond voor astrologen was al bezig zichzelf op te heffen, de uitkeringsaanvragen waren al onderweg naar het CWI, redacteuren van tijdschriften waren driftig op zoek naar nieuwe bladvulling om de nu achterhaalde horoscopen te vervangen.

Nog geen vijf dagen later diende zich in de vorm van een ander onderzoek, van twee Britse wetenschappers, toch nog een laatste strohalm aan voor de sterrenwichelaars. Uit het Britse onderzoek bleek namelijk dat er een verband is tussen de geboortemaand van iemand en het risico dat die persoon zelfmoord zal plegen. Waar dit verband vandaan komt is niet helemaal duidelijk. Als mogelijke verklaring noemen de onderzoekers het feit dat in deze maanden geboren mensen vaker dan gemiddeld lijden aan alcoholisme, depressie en stemmingsstoornissen. Hmmm... zou dan toch?

Uit eerdere onderzoeken is ook al gebleken dat er bepaalde verbanden zijn tussen ziektes en de maand waarin iemand geboren is. Ook dat kun je vertalen als: bepaalde ziektes komen bij het ene sterrenbeeld vaker voor dan bij het andere. Niet dat we de volledige astrologie op haar woord moeten geloven, hoor. Maar dat menselijke groei en ontwikkeling voor een gedeelte beïnvloed wordt door astronomische gebeurtenissen kan ik me heel goed voorstellen.

Denk bijvoorbeeld eens aan de gevolgen die de (relatieve) bewegingen van zon, planeten en manen op de natuur om ons heen hebben. Denk aan de invloed van de planeten op elkaars banen om de zon. Denk aan de zeeën en oceanen die tweemaal daags enkele meters opschuiven door de getijden. Kijk naar de wisselingen van de seizoenen en welke invloed dat heeft op de dieren en planten om ons heen. Kijk naar de invloed van licht en duisternis op de groei en ontwikkeling van vrijwel al het leven op aarde. Is het echt zo vreemd om te denken dat ook wij in zekere mate mate beïnvloed worden door deze hemelse gebeurtenissen?

Nazomer- en vroege herfstkinderen zullen vrijwel altijd de oudste kinderen in een klas zijn, late lente- of vroege zomerkinderen vrijwel altijd de jongste. Het leeftijdsverschil tussen de oudsten en de jongsten in groep 1 kan oplopen tot bijna 20%. Welke invloed heeft dat op hun ontwikkeling? Een zomerkind zal vaak heel andere verjaardagspartijtjes geven dan winterkinderen - vaker en langer buitenspelen om maar wat te noemen. Is het onzin om te denken dat het verschil in beleving van een belangrijke dag als je verjaardag een bepaalde invloed heeft op de ontwikkeling van je karakter? Er wordt gedacht dat groei en ontwikkeling van mensen in fases gebeurt, en dat die fases vooral bij jonge kinderen (zelfs nog voor de geboorte) soms maar enkele maanden lang zijn. Zou het werkelijk geen enkel verschil maken of zo'n fase zich in donkere, koude maanden afspeelt of in lichte, warme maanden?

Kortom, er valt nog genoeg te onderzoeken en niet op de laatste plaats is het misschien een goed idee om te onderzoeken hoe vaak de uitslag van zo'n onderzoek bepaald wordt door de manier waarop de onderzoeker zijn of haar vooroordeel wil bewijzen. Met veel interesse kijk ik dan ook uit naar de volgende onderzoeksresultaten. Maar ja, ik ben dan ook een Waterman.