Vermist: tien miljoen New Yorkers

Live Earth was afgelopen weekend. En ik heb ’t op tv gezien. Yep. Daar schaam ik me helemaal niet voor. Natuurlijk, het kost wat energie, maar dan heb je ook wat. Als je het ziet als investering, verdien je het zo weer terug.

Niet dat ik gekeken heb omdat ik het zo'n goede investering vind, hoor. Welnee, het ging mij gewoon om de muziek. Al Gore kan me een beetje gestolen worden. Weet je, dat de mensheid een plaat voor de kop heeft, door zichzelf volledig afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen die veel sneller op gaan dan dat ze aangemaakt worden, dat is duidelijk. En die CO2, dat zou ons best nog wel eens een collectieve Darwin Award op kunnen leveren. Al met al best best een goed idee om een beetje bewuster met energie om te gaan. Maar dat wetenschappers belabberde data als onomstootbaar feit naar buiten brengen, en critici vervolgens uitmaken voor criminelen of erger, dat riekt.

Eén van blogs die ik met veel plezier lees, is ClimateAudit.org van Steve McIntyre. Door de milieulobby weggezet als handpop van de oliemaatschappijen, maar wel iemand die al vele onvolkomenheden heeft gevonden in de rapporten van het IPCC (de VN organisatie die de klimaatveranderingen objectief in beeld probeert te brengen), en in de rapporten waar het IPCC zich op baseert. Neem de mysterieuze verdwijning van meer dan tien miljoen New Yorkers.

In 1988 heeft ene meneer Karl het effect onderzocht van verstedelijking op de temperatuur in de stad, en kwam tot de conclusie dat des te meer inwoners een stad heeft, des te warmer het in die stad zal zijn. Om te meten hoe warm het op de wereld is, wil je dus vooral meetstations neerzetten in landelijke gebieden, die niet beïnvloed worden door de zogenaamde hitte eilanden van de grote steden. Eén van de meetstations in overwegend landelijk gebied van de NOAA (een belangrijke leverancier van data aan het IPCC) staat in Central Park, New York City. De wijsheid daarvan kan betwist worden, maar het wordt nog gekker.

Meetstation Central Park, NYC
Central Park, New York City, een overwegend landelijke omgeving. De pijl wijst naar het meetstation.

Omdat New York zeker geen landelijk gebied is, corrigeert de NOAA de data volgens een formule die meneer Karl in zijn rapport van 1988 opgesteld heeft. Over deze formule zei meneer Karl zelf in de conclusie van zijn rapport: "We raden het gebruik van de formules die in deze studie zijn ontwikkeld niet aan om de invloed van het stedelijk hitte eiland te voorspellen op willekeurige meetstations, aangezien de beschreven variatie van de formules niet groot genoeg is om een dergelijke schatting valide te maken."

Maar goed, de NOAA gebruikt deze formule dus toch, zonder gebruik te maken van aanvullende variabelen. Van de gemeten temperatuur wordt een bepaald aantal graden afgetrokken om te compenseren voor de hitte van de stad. Door de ruwe data te vergelijken met de gecorrigeerde data, kun je zien dat het aantal graden dat wordt afgetrokken, voor dit meetstation in New York oploopt van 1 graad Celsius rond 1870 tot meer dan 3 graden in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Echter, sinds de jaren negentig loopt de correctie weer snel terug. De enige manier om dit krimpende gat tussen ruwe data en gecorrigeerde data te verklaren, is dat de NOAA er van uit gaat dat het aantal inwoners van New York tussen 1990 en 2006 met meer dan 90% is gedaald. Meer dan tien miljoen mensen, spoorloos verdwenen. Dát noem ik nog eens een ramp, meneer Gore.

Uiteraard een foutje, maar het heeft wel tot gevolg dat het voor dit meetstation lijkt alsof de temperaturen alleen al sinds de jaren negentig met bijna drie graden zijn toegenomen. Zonder dit foutje zou de temperatuur sinds de jaren negentig voor dit station constant geweest zijn. Natuurlijk, het is maar één meetstation in één temperatuurserie. Maar je gaat je wel afvragen hoeveel van dit soort foutjes er in het rapport van de IPCC terecht zijn gekomen. Gezien de hoeveelheid posts van McIntyre op zijn blog, behoorlijk wat. En je gaat je afvragen wat voor gevolgen dat heeft op inhoud van de rapporten van de organisatie.

De mensen die dit soort foutjes aan het licht brengen, zijn geen milleuterroristen. Het zijn geen ontkenners die verwarring proberen te zaaien voor persoonlijk gewin. Het zijn mensen die, indien serieus genomen, een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de wetenschap van klimaatverandering. Daarmee verdienen ze minstens net zo veel respect als de mensen die ons proberen te waarschuwen voor een dreigende ramp, of die nou echt is of ingebeeld.