CD Review: Ataris - So Long, Astoria

Op 19 jarige leeftijd gaat Kris Roe naar een show van The Vandals in Indianapolis en geeft daar Warren Fitzgerald, zanger van die band, een demo die hij samen met een vriend op een four-track recorder heeft opgenomen. Kung Fu Records, het label van The Vandals, was op zoek naar nieuwe bands en Kris was precies wat ze zochten.

Kris verhuisde van Anderson (Indiana) naar Santa Barbera (Californie), waar hij overigens nog steeds woont, en vond daar twee nieuwe bandleden. Derrick Lorde, die ooit drumde voor Lagwagon, en bassist Jasin Thomason. De bandnaam werd Ataris, vernoemd naar de grote verzameling Ataris spellen van Kris. In 1997 brengen ze hun eerste plaat uit, '...Anywhere But Here'.


Derrick en Jason vertrokken uiteindelijk allebei, Kris vond Patrick Riley, Michael Davenport en Chris "Kid" Knapp en samen brachten zij een plaat uit bij Fat Wreck Chords, 'Look Forward To Failure', die maandenlang de best verkochte produktie van Fat Wreck was. Ook werden The Ataris door dit EP bekender in de punk scene.

De volgende plaat werd uitgebracht bij Kung Fu, 'Blue Skies, Broken Hearts... Next 12 Exits'. Deze plaat verkocht sinds moment van verschijnen (april 1999) 600 exemplaren per week gemiddeld!

Patrick verlaat uiteindelijk de band om terug naar school te kunnen gaan. Marco Pena is zijn vervanger. Na het uitbrengen van een cd samen met de Israelische band Useless I.D., brengen ze eind 2000 'End Is Forever' uit, hun laatste cd voor Kung Fu. Marco verlaat de band en John Collura komt ervoor in de plaats.



In 2001 tekenen The Ataris bij Columbia, nadat hun contract bij Kung Fu afliep en het een tijdje onduidelijk was waar ze naartoe zouden gaan. Hier brengen ze uiteindelijk dit jaar hun vierde volledige album uit, 'So Long, Astoria'.

Met dank aan The Ataris Forever (Let op, 1 Tripod pop-up).