'Nederland aangeklaagd om martelen Indonesië'

Twee mensen die zeggen dat ze zijn gemarteld en verkracht door Nederlandse militairen in het voormalige Nederlands-Indië willen de Nederlandse Staat aanklagen. Het is voor het eerst dat dit gebeurt voor andere oorlogsmisdaden dan executies.

Het gaat om een man die in 1947 zou zijn gemarteld om een bekentenis los te krijgen en een vrouw die in 1949 thuis zou zijn verkracht. Het Comité Nederlandse Ereschulden (KUKB) bereidt de zaken voor. De stichting stond eerder met succes nabestaanden van geëxecuteerde mannen in het dorp Rawagedeh bij.

Advocaat Liesbeth Zegveld onderzoekt de nieuwe zaken en noemt ze 'absoluut belangwekkend'. "Er is veel meer misgegaan in Nederlands-Indië. Veel mensen in Nederland kunnen zich daar niets bij voorstellen", zegt ze.

De inmiddels 85-jarige vrouw Tremini heeft getuigd dat vijf militairen van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) haar thuis verkrachtten. Dat zou zijn gebeurd in het Oost-Javaanse christelijke dorp Peniwen.

Eerder dit jaar betaalde Nederland een schadevergoeding aan de weduwe van een doodgeschoten man in hetzelfde dorp, waar verplegers en patiënten van het plaatselijke ziekenhuis werden geëxecuteerd.

De man Yasman werd naar eigen zeggen door militairen gemarteld in het dorp Kebon Agung op Java. "Mijn vingers werden vastgebonden met een kabel die aangesloten was op een apparaat dat stroom opwekte", aldus zijn verklaring.

In een gevangenis in de plaats Pakisaji kreeg hij naar eigen zeggen met geweld water toegediend 'waarna militairen op onze buiken gingen staan totdat we het water uit onze mond braakten'.