Aandachts gigolo

De laatste column van Zonnetje40 bracht mij aan het denken over de reden waarom ook ik regelmatig de openbaarheid opzoek. Niet dat ik het een vervelende eigenschap van mezelf vind, maar het lag ooit totaal niet in de lijn der verwachtingen.

In mijn vroeger jaren was ik een zeer onzekere jongen. Ik had best wel mijn talenten, maar ik zou daar in die tijd nooit mee in de openbaarheid zijn getreden. Ik kon tekenen. Ik kon al aardig schrijven. Uit ieder muziekinstrument dat ik in mijn handen kreeg, haalde ik al snel muziek. Alleen bleef dat overwegend beperkt tot mijn eigen directe omgeving en dan nog het liefst tot mijn eigen slaapkamer. Ik was als de dood dat ik slecht was. Ik zou duizend doden sterven bij kritiek. En daarom ging ik dat risico simpelweg liever uit de weg. Zo heb ik een aardig deel van mijn leven verspild met vluchten voor alle mogelijke angsten, maar achteraf vind ik het wel vooral zonde van die tijd.

De laatste jaren zijn geheel anders. Als voorzitter van een cliëntenraad heb ik veelvuldig de publiciteit gezocht. Ik heb met wethouders gesproken. Ik stuur onder mijn eigen naam ingezonden stukken naar de krant. Op FOK schrijf ik columns onder mijn eigen naam. Ik sta met mijn kop op YouTube, waar tienduizenden me virtueel af kunnen slachten op mijn video's. Als ik maar even in de buurt van een open podium ben en ik heb mijn ukulele bij, sta ik ook daadwerkelijk achter die microfoon.
O ja. Ik ben inmiddels ook manager van een groep van tussen de 25 en de 30 hoger opgeleide techneuten en groeiende met mijn businessunit.

Nu zie je daar in een half mensenleven een omslag van een zwaar onzeker jongetje tot, in de ogen van sommigen, een kerel die wel verdomde vaak om aandacht schreeuwt. Dan hebben velen ook wel de neiging om te stellen dat het ook daadwerkelijk om die aandacht gaat. Maar dat laatste klopt dus niet.
Aandacht is het gevolg van de stap naar de openbaarheid. Het is geen doel op zich.

Jarenlange angst en onzekerheid zorgt er doorgaans voor dat talenten verborgen blijven en niet ten volle kunnen ontwikkelen. Als talent in de anonimiteit blijft, bloedt het dood  Maar als iemand met een zeker talent, besluit om hier mee naar buiten te komen, komt er vanzelf meer oefening. Meer drive om het talent te ontwikkelen. Meer gelegenheid om ervaringen op te doen.
Het besluit om naar buiten te treden is derhalve geen hang naar aandacht. Het is een besluit om talenten te ontwikkelen.

Hoe kijk ik nu zelf tegen mezelf en tegen al mijn pogingen om in de openbaarheid te treden aan?
Ik zie vooral een goede dertig jaar, waarin ik te weinig heb geschreven. Te weinig heb geschilderd. Te weinig muziek heb gemaakt. Te weinig heb gezongen. Te vaak bescheiden ben gebleven. Te weinig mijn mening heb gegeven.
Ik heb dus nog dertig jaar in te halen! Nederland, weest voorbereid!

Maar hé. Ik geniet ook van die aandacht hoor. En van complimenten. Ik ben toch ook maar mens?