Gedachten

“Ga je met me mee naar My Chemical Romance?” vroeg ze met grote puppyogen.
“Nee, da's toch die gruwelijke teringherrie die je dag en nacht draait?” dacht ik.
“Ja, is goed, leuke muziek,” zei ik.
En voor ik 'kutmuziek' kon zeggen stond ik al tussen de gothics in de rij voor Paradiso.

Ik ging door een hel. Ik had al de hele dag met haar en haar vriendinnen opgetrokken. Giechelen over jongens in de Mac, hebben het over make-up in TisFris en zijn beledigd als je de constant aangeboden oordopjes met kutherrie afslaat.
Een hel, zeg ik u.

Destijds had ik de pijnverdovende effecten van wiet net ontdekt. Om mij heen werd lustig geblowd, maar ik stond daar met zes relmokkels, een flesje River Powerdrink en twee lauwwarme blikjes AH-bier.
“Wel godsodeklere, wat wil ik graag naar huis, zeg,” dacht ik.
Ik zei niets.

Ik wilde daar niet blijven staan, en vooral niet naar binnen. Toch kwam er een einde aan de wachtrij-hel toen de portier een hoekje van mijn ticket afscheurde en het kaartje terug in mijn hand duwde.

Een nieuwe beproeving ontvouwde zich bij binnenkomst. Vóór de kutherrie waar we voor gekomen waren eindelijk eens begon, was er nog een Nederlandse band die evenzo vaginale geluidsoverlast wist te produceren. Ook in de zaal werd lustig geblowd, en ik besloot het maar op een zuipen te zetten.

De kakelkutjes waren vanzelfsprekend zo dicht mogelijk bij het podium gaan staan. Mijn bier golfde met de beat van de herrie. Ze maakten foto's van de bandleden met hun nul-megapixel-cameraatjes. Blijkbaar was de drummer een hunk, want al snel vielen er opmerkingen als
“Wat een hunk is die drummer,” en
“Aaaaaaaaaaaaaaaaah!!!!”

Ik trok mijn vriendin naar me toe en begon haar opzichtig te zoenen. Ze rukte zich los en keek weer naar Little Drummer Boy.
“Wel kutnondeju, ook dat nog,” dacht ik.
“Zo, die is goed, met drumstokjes,” zei ik.

Een half uur later begon het betaal-20-euro-voor-een-uur-herrie-uur. Het was zo mogelijk nog oorverdovender dan het vorige bandje. Alle meisjes gilden op precíes die toonhoogte dat je er welhaast agressief van zou worden, de blonde van het stel stootte gedurende haar slecht uitgevoerde dansmanoeuvres vaak tegen me aan, en stootte uiteindelijk ook mijn bier uit mijn hand.

“Schaaat...” zei mijn vriendin opeens, zich opzichtig aan me opdringend.
“Wat zit jij nou opeens tegen me aan te schurken, mispunt,” dacht ik.
“Jaaaaah?” zei ik met een op mijn smoel geplamuurde glimlach.
“Ik vind het niet zo leuk meer, ik wil even uit de herrie,” zei ze. En scoorde daarmee het eerste pluspuntje op de avond. We liepen naar de kelder, waar je kon 'loungen' met 'jazz' en 'vijftig verschillende smaakjes thee'. Ik besloot een grote bak koffie te nemen. Zij en het vriendinnetje dat naar de lounge-ruimte meekwam hadden het niet over de 2-tientjes-voor-kutherrie-kutherrie, maar over het voorspel.

“Jaah, hij is zó knap” en “Aaaah een handtekening zou geweldig zijn” volgen elkaar op in de standaard meisjesgesprekcyclus, dus ik had het zien aankomen. Mevrouw sleept-me-mee-naar-kutherrie-om-me-af-te-vallen viel me af door met haar vriendinnetje naar de receptie te gaan en te vragen waar-ie zich schuilhield. Ik bleef beneden met mijn koffie.
“Ik pas wel op de tassen,” zei ik.
“Wat een kutavond, kut,” dacht ik.

“Kut,” zei ik, toen ze weg was. Na een kwartier naar een combinatie van Sinatra's Greatest Hits en dof pompende baslijnen van boven geluisterd te hebben, was mijn koffie koud en mijn vriendin terug. Met, juist ja, een extatisch gemoed en een met dikke permanente zwarte marker aangebrachte handtekening van, zoals hij blijkbaar heette, “LIEFS THIJS -XXX-”.
“Wel gódverdomme,” d... zei ik.
“Ben je niet blij voor me?”
“Daar moet ik nog heel lang tegenaan kijken he?”
“Wat is dat nou voor opmerking?”
“Wat?”
“Eikel.” Op een of andere manier weten vrouwen altijd te winnen zonder te winnen. Ze liep weg en ging haar vader bellen of-ie eerder kon komen.

Daar zat ik dan, slechts in een zomerjasje en een t-shirt, in het smerige steegje naast Paradiso in de koude herfstnacht wachtend op een norse schoonpa, na een dag met giechelende emo's opgetrokken te moeten hebben. Ik had My Chemical Romance doorstaan, maar van de drummer van Kutherrie-En-Co moest ik het verliezen. Ik hield mijn mond stijf gesloten, behalve om heel veel te roken. De meisjes geilden nog na op de drummer, zoals meisjes dat kunnen.
“Krijg allemaal maar de vinkentering,” dacht ik.

's Avonds, toen ik in haar bed probeerde te slapen, begon ze weer opeens spontaan tegen me aan te schurken. Ik deed het voorbereidende werk en ging daarna woester tekeer dan ik ooit had gedaan.

Ik dacht aan van alles, gitzwarte, verse herinneringen aan de slechtste avond tot dan toe in 2006. Macabere, haatvolle, jaloerse gedachten, vol van wrok. Oude, opengereten wonden van overspel domineerden mijn gemoed.

Maar ik zweeg als het graf. Na een avond lang de meest megalomane oorpijniging ooit doorstaan te hebben, waren nu de enige geluiden in de donkere slaapkamer het doffe klotsen van de daad en het zachte “ahh-ahh-ahh-ahh” van mijn gesigneerde vriendin.

“Ik-zou-je-op-Marktplaats-moeten-zetten”, hort-en-stootte ik uit, en alleen het hoge gilletje van het meisje gevolgd door een uitgeput hijgen van alletwee verraadde dat de avond toch eindelijk op een hoogtepunt was gekomen.