Clarkson

Het is altijd wat met beroemdheden. Ze ruzieën met elkaar in het openbaar, scheren zich kaal, trekken te weinig ondergoed aan, uploaden naaktfoto’s naar een cloud en ga zo maar door. Het publiek smult ervan, gezien leedvermaak doorgaans het beste vermaak is, maar er is één persoon die zich, hoewel beroemd, niets van die druk om zich vreemd te gedragen aantrekt. Natuurlijk heb ik het over Clarkson – niet Jeremy, maar Kelly.

In een popmuziekwereld die bol staat van Britney, Selena, Taylor, Beyoncé, Jennifer en Miley is de aanwezigheid van Kelly Clarkson een ware verademing. Ze was de eerste die ooit American Idol won (in 2003) en blijft nog altijd de beste en meest succesvolle Idol(s)-ster die het programma ooit heeft voortgebracht. Terecht, want ze kan ook verreweg het best van allen zingen. Hoewel mijn broer haar daarom altijd ‘Kelly Claxon’ noemt, blaast haar krachtige stemgeluid de eerder genoemde zelfingenomen gratenpakhuizen stuk voor stuk van het podium af.

Ik zeg ‘gratenpakhuis’ omdat Clarkson duidelijk laat weten geen enkele behoefte te hebben om te voldoen aan de stringente Cosmopolitan-standaarden van jezelf je hele carrière uithongeren om er maar perfect uit te zien. In plaats daarvan lijkt Clarkson te focussen op –hoe cliché ook- wat er echt toe doet: de binnenkant. Daar komt haar zang immers vandaan, een zang die haar de Aretha Franklin van de huidige generatie maakt, maar ook haar persoonlijkheid zit daar ergens diep van binnen.

Een smetteloze persoonlijkheid, bleek al bij haar Idol-deelname elf jaar geleden. Warm, vriendelijk, oprecht – er is werkelijk waar geen enkele popdiva die zich dermate menselijk etaleert. Al elf jaar. Zes albums verder is ze nog steeds actief en heeft ze nog steeds periodiek hits in de wereldwijde hitlijsten. Ze is de op dertien na best verkopende artiest van de jaren 00 (in slechts zeven jaar, vanaf 2003). Als íemand veren in de reet verdient, is zij het.

Daarom, simpelweg, in het kader van behaaglijke feestsfeer: drie hoeraatjes voor Kelly Clarkson. Hulde.