Sun in de Media: Lachen langs de rode loper

Als kind al was ik gefascineerd door Bekende Nederlanders. De eerste BN’er die ik ontmoette was Wim de Knijf, de besnorde presentator van de EO Kinderkrant, een programma op de woensdagmiddag dat hij presenteerde met een allochtone dame. Ik zag hem op een EO Familiedag en gaf hem een hand. Het vreemde was dat ik hém dus kende en ik er van uitging dat hij mij óók kende. Ja, wist ik veel. Nog steeds is het fenomeen BN’er fascinerend. En dan vooral het circus er omheen. Want zodra er een bekend persoon ergens opdaagt, verandert de omgeving als sneeuw voor de zon.

BN’ers kennen we van tv. Dat maakt de term meteen aan slijtage onderhevig, want iedereen die meer dan één keer op televisie verschijnt is een Bekende Nederlander. Vroeger had je pas echt bekende Nederlanders. Met twee tv-kanalen werden Hennie Huisman, Jos Brink en Mies Bouwman echte sterren. Als je die op straat tegenkwam, dan was dat bijzonder. Je zag ze in het weekend op televisie, want er was niets anders te kijken. Je keek naar Wedden Dat, je keek naar 1-van-de-8, je keek naar de Soundmixshow. En als je de presentatoren dan tegenkwam, dát was dan een heuse happening.

Nu heb je 45 zenders waar elke debiel die meer dan drie woorden foutloos achter elkaar kan opzeggen een programma mag presenteren. Bij voorkeur een format dat zichzelf in het verleden heeft bewezen. Een klusprogramma bijvoorbeeld. Zet iemand die een plank kan zagen naast iemand die een stekje kan poten, en hup je hebt een programma. Je hoeft dus niet veel te kunnen. Neem nou die mokkels van Garito, Puzzeltijd of andere belspelletje… Nah, laat ook maar, je voelt waarschijnlijk aan waar ik naar toe wil.

De afgelopen vier maanden ben ik regelmatig langs de rode loper te vinden bij premières. En bij premières horen bekende Nederlanders. Die worden uitgenodigd (lees: gesommeerd door hun werkgevers) om bij zo’n evenement aanwezig te zijn.
De BN’ers willen best komen opdraven bij zo’n première met een rode loper. Maar dat is omdat er altijd wat tegenover staat. In de eerste en belangrijkste plaats is dat drank. Veel drank. Champagne, bier, wijn, het maakt niet uit, als er maar alcohol inzit. En er moeten hapjes zijn. Snacks, sushi of een kaasplankje, alles is goed.
Ten tweede kan de exposure belangrijk zijn voor een product dat je op dat moment te verkopen hebt: een film, een cd of jezelf. De meest onbelangrijke BN’ers komen daarom altijd opdraven omdat ze dan toch nog even voor een camera kunnen verschijnen. Neem bijvoorbeeld Jim. Al twee jaar geen hit gehad, maar hij verschijnt nog trouw bij elke première.

Het grappige is dat de BN’ers aan de rode loper suffe kutvragen gewend zijn van RTL Boulevard en aanverwante programma’s. ‘Wat verwacht je van de film?’ ‘Hoe was het om samen te werken met puntje puntje puntje?’ ‘Gaat dit volle zalen trekken?’
SBS6 Shownieuws spant de kroon met suffe vragen. Die vragen reeds in augustus aan de BN’ers om een nieuwjaarsgroet aan de kijkers te doen.
De BN’ers zijn verwend met zulke vragen. Hoeven ze niet na te denken over hun antwoorden. Voor de camera van FOK!-tv krijgen ze toch vaak andere vragen. Aan ene Tygo G. vroeg ik of hij ook een ster zou zijn geworden als hij dik was geweest. Tygo keek me met zijn glazige oogjes aan, gaf een vaag antwoord om daarna bij een medewerker van Tushinski te klagen dat hij nooit meer vragen zou beantwoorden van en ik citeer: ‘die pinda.’


Kortom, er valt best veel te lachen aan de rode loper. Ik neem het allemaal niet zo serieus. Zij willen iets promoten, ik wil leuke televisie. Het is gewoon ruilhandel. Daarom kijk ik allang niet meer op van en tegen al die bekende koppen.

Gefascineerd ben ik nog altijd wel. Vooral door het feit dat de BN’ers veranderen zodra je een camera met lamp op ze richt. Het is een Pavlov-effect. Bekende Nederlander + camera = respons. En dan maakt het vaak weinig uit wat je ze vraagt: gooi er voor een duppie in en ze lullen voor een piek.

Behalve als ze heel erg groot zijn geworden.
Ik heb me dan ook voorgenomen dat als ik eenmaal beroemd ben en het koude hek achter de rode loper mag verruilen voor de rode loper zelf, dat ik echt iedereen te woord sta. En als ze me dan een kutvraag stellen, dan geef ik gewoon een kutantwoord terug. Ik bedoel, als het maar leuke televisie oplevert.