Vrijheid (2)
Een paar dagen geleden, pal na de dodenherdenking, plaatste ik een gedicht genaamd ‘vrijheid’. Geïnspireerd door Thierry Baudet, met z’n poster waarin hij refereerde aan de vrijheid waar onze voorouders zo hard voor gevochten hadden, en die volgens hem steeds verder werden ingeperkt / afgenomen door de coronamaatregelen.
Ik eindigde mijn gedicht met de woorden: “Dan lig je met een laatste restje hoop; De dood roerloos in de ogen te kijken; Helaas, leven en vrijheid zijn niet te koop; dat zal uiteindelijk voor iedereen blijken”.
Hoewel het gedicht initieel een sneer was naar de, in mijn ogen zeer ongepaste link, die Baudet legde met de Tweede Wereldoorlog, was het ook een soort ‘verkapte waarschuwing’ voor alle ‘viruswappies’ en andere gelijkgestemden die van mening zijn dat de voorzorgsmaatregelen niet voor hen gelden, omdat onze voorouders gestorven zijn voor onze vrijheid.
Vandaag bracht Bas Paternotte in een column op TPO Online naar buiten dat Thierry Baudet corona opgelopen zou hebben tijdens een wijnproeverij van de partijtop in de krochten van de Tweede Kamer. Waarmee ik dus maar wil zeggen dat het virus geen onderscheid maakt tussen nazaten van vrijheidsstrijders in de Tweede Wereldoorlog. Het maakt het virus geen zak uit of je blank, blond, zwart, geel, jong, oud of van middelbare leeftijd bent. Het doet er niet toe of je van koninklijken bloede bent of dat je afhankelijk bent van de nachtopvang.
Met een beetje geluk kom je er zonder kleerscheuren vanaf, met nog meer mazzel merk je amper dat je het hebt (gehad) en met wat meer pech eindig je in het mortuarium, wachtend op je crematie of begrafenis. We zijn immers allemaal gewone stervelingen. “Of je Christen, Hindoestaan bent, Islamiet of Jood. Er is geen leven, er is geen leven na de dood” (Vrij naar Freek de Jonge).