Misery

Maandagavond een gruwelmoment in de WK-wedstrijd Frankrijk-Nigeria. Voor ons aller ogen werd de enkel van de onfortuinlijke Nigeriaan Onazi bij een onbehouwen overtreding van de Fransman Matuidi dubbelgevouwen als een pizza calzone.

Een dag later bleek dat zijn voet in de enkel op twee plaatsen van zijn scheenbeen is afgebroken, hoewel dat voor de kijkers van het moment zelf geen verrassing zal blijken. De veelvuldige herhalingen die volgden, zullen hen daar al zeker van hebben overtuigd. Alsof je naar een auto-ongeluk zat te kijken.

Ik hoef alleen maar Go Ahead-speler Niels Kokmeijer in herinnering te brengen, die zijn carrière na een dergelijke dubbele beenbreuk in 2004 kon beëindigen, om het beeld op te roepen. In aanloop naar het WK bekeek ik ook nog eens de NOS-terugblik van het WK van 1998, waarin Winston Bogarde op de training vol in beeld zijn kuitbeen breekt. En het is de derde beenbreuk op rij dit toernooi. Om nog maar te zwijgen over de vele situaties waarbij het wel relatief goed afloopt. Hier ter forum werd bij een eerder geval een foto geplaatst van een kickbokser die zijn enkel knakt bij een trapbeweging waarbij de schenen elkaar raken.

Al sinds ik mij kan heugen, heb ik een zekere afkeer van afwijkende standen van lichaamsdelen als gevolg van botbreuken. Benen, armen of zelfs maar vingers die in een rare hoek staan, geven me toch ergens koude rillingen over de rug. Eigenaardige trek, aangezien ik medisch onderlegd ben en dit met regelmaat heb zien passeren, maar ik zal zeker niet de enige zijn. Met ogen heb ik trouwens eenzelfde unheimisch gevoel, hoewel ik dan wel weer lenzen draag. Misschien moet ik het nuanceren: ik kan er wel gewoon mee overweg, maar ik hoef niet vanuit alle hoeken in tienvoud te zien hoe het gebeurd is.

Het voorval deed mij herinneren aan een anekdote van een collega, die eens op de spoedeisende hulp een patiënt opving, die in verwarde toestand uit het raam was gesprongen en bij de landing zijn beide enkels had gebroken. Met de voetzolen naar buiten gedraaid kwam hij vervolgens met de kluiten gras in de enkels het ziekenhuis binnen gestrompeld. Ik weet niet hoe het met de lezer zit, maar ik zou me bij een dergelijke aanblik toch altijd even een keer of twee moeten hernemen. Maar misschien ben ik dan ook maar een weekhartig mens.

Een van de bekendste voorbeelden hiervan in de fictie is waarschijnlijk de film Misery, naar het boek van Stephen King, waarin de auteur van een fictieve boekenreeks met een gelijknamige hoofdpersoon na een auto-ongeluk wordt opgevangen door een obsessieve vrouwelijke fan. Hij blijkt toevallig de proefversie van de laatste roman bij zich te hebben. Als blijkt dat Misery daarin niet overleeft, zorgt de vrouw ervoor dat de auteur niet meer aan haar kan ontsnappen, door hem op weinig zachtzinnige wijze de beide enkels te breken. De gewekte suggestie is al genoeg voor meer kippenvel dan de hele premisse van martelpornofilms als Saw.

Eerlijk gezegd begrijp ik de wat sadistische fascinatie ook niet zo om dergelijke ongelukken te exploiteren. Dit geval tijdens een voetbalwedstrijd is natuurlijk overmacht omdat het live gebeurt, maar websites als rotten.com en tv-programma’s als Scarred en Ridiculousness op MTV drijven erop. Wat voor mensen kijken daarnaar? Heeft het te maken met de stiekeme fascinatie voor onheil, zoals stuntvliegshows, trapezeacts en de motorsporten ook een aantrekkingskracht hebben hun publiek, omdat er wel eens wat mis zou kunnen gaan? Kijkers zullen op de al dan niet nuchtere maag in elk geval niet op een dergelijk voorval zitten wachten tijdens een voetbalwedstrijd.

Ik vraag me in zo’n geval dan ook af wat de regisseur die het vastlegt denkt op het moment dat hij de ingezoomde herhalingen voorbij ziet komen. Leunt hij nog lekker achterover in zijn stoel? Hebbes!? Of moet hij toch maar beslissen om het te laten voor wat het is en de band verder laten rollen?

What has been seen, can’t be unseen.