Donor worden doe je zo!

Deze week hoorde ik op Omrop Fryslân een bijzondere stelling voorbijkomen van een nierpatiënt: “Er zijn in Nederland genoeg donoren, maar te weinig organen. Oftewel: er gaan te weinig mensen dood.” Daarnaast bevestigde een intensive care-arts dat er eigenlijk maar heel weinig mensen daadwerkelijk geschikt zijn om na hun overlijden organen af te staan, omdat de dood op een heel specifieke plaats moet gebeuren: op de intensive care, waar alles volledig onder controle is. Nou, daar gaan mijn illusies om goede daden te verrichten bij mijn dood. Wie overlijdt er nou op de ic?

Toen mijn moeder was overleden, stond ik naast al het verdriet bijna te springen bij de arts: konden ze haar dan nog asje asje asjeblieft inzetten als orgaandonor? Het was haar wens om na haar overlijden kaalgeplukt te worden en ieder stukje lichaam in te zetten, zolang daarmee maar anderen geholpen konden worden. Dat zou voor mij ook troost bieden, zodat ze voor mijn gevoel niet helemaal zinloos was overleden. Maar nee. Ze was thuis overleden, waardoor het lichaam zichzelf al had uitgeschakeld en ieder stukje van haar lichaam nutteloos was om anderen te kunnen redden. Een nieuwe hoop op de kleinst mogelijke voortleving van haar bestaan was de grond ingeboord: haar dood was niet goed genoeg.

Wie het idee heeft om na overlijden orgaandonor te worden, kan dus maar beter goed voorbereid zijn. Aangezien het de eerste eis is om op de intensive care te overlijden, is het belangrijk voor toekomstige donoren om bij ieder seintje van een mogelijke dood direct naar het ziekenhuis te gaan. Een steekje in de borst, een pijntje in het hoofd, een kuchje uit de longen, het maakt niet uit. Maak die dokters gek, tot ze hebben toegestaan om tot opname over te gaan. Wie wil dat zijn dood een verschil zal maken in de wereld, moet het zekere voor het onzekere nemen.

Een tweede punt om geschiktheid als donor te garanderen, is de eigen fysieke gezondheid. Hoe gezonder iemand dood kan gaan, hoe beter het is voor de ontvangers van de donororganen. Voor de leeftijdsgroep van zestien tot en met veertig jaar is dan ook de tip om na het drinken van alcohol alléén het verkeer in te gaan, indien er een ambulance in de buurt rijdt. Rijd bij voorkeur vóór de ambulance op de weg, zodat er bij een eventueel ongeluk direct deskundig personeel in de buurt is om het nog net niet overleden lichaam netjes bij het dichtstbijzijnde ziekenhuis af te leveren. Neem eventueel een vriend of vriendin mee om in één keer meerdere levens te kunnen redden, maar controleer wel goed of deze persoon ook een donor is.

Tot slot is het belangrijk om van tevoren de familie uitdrukkelijk in te lichten wat de wensen zijn bij het overlijden. Als de donor in spe bij het donorregister heeft aangegeven dat er toestemming voor donatie is, moet de familie alsnog instemmen met deze procedure. Door al deze stappen keurig te volgen, maakt een geregistreerde donor de beste kans om daadwerkelijk iets goeds te doen na zijn dood.

Is het bovenstaande iets te cru voor je? Geen punt. Donor worden kan ook gewoon voor mensen met een normale levensstijl. Donoren van bloed- of stamcellen weten al tijdens hun leven dat hun donatie wordt gebruikt om anderen beter te maken. En je kan altijd nog geld storten voor een goed doel. Daar voel je je ook beter door, en je hoeft je familie niet met die keuze lastig te vallen. Donor worden doe je niet voor jezelf. Maar hoe meer mensen orgaandonor willen zijn na het overlijden, hoe meer mensen de kans hebben om onder de juiste omstandigheden te overlijden. Daar doe je dan toch iemand op een transplantatielijst een plezier mee.