Kabinet stemt in met pandemieverdrag WHO, negeert Kamer

Ondanks de expliciete wens van een meerderheid in de Kamer, zal het demissionaire kabinet akkoord gaan met het omstreden grote internationale pandemieverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van de Verenigde Naties. Er bestaat onduidelijkheid over de precieze gevolgen van deze instemming in de Kamer.

Na de uitbraak van COVID-19 is besloten dat landen wereldwijd beter voorbereid moeten zijn op toekomstige pandemieën. Om dit te bewerkstelligen, zijn de landen die lid zijn van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bezig met de ontwikkeling van een nieuw mondiaal instrument om mensen beter te beschermen tegen toekomstige pandemieën. Onderhandelingen worden gevoerd met de 194 landen die aangesloten zijn bij de WHO.

Demissionair minister Dijkstra van Volksgezondheid heeft aan de Kamer gemeld dat het kabinet van plan is om de verdragsteksten goed te keuren. Ze weerlegt het standpunt van Tweede Kamerlid Mona Keijzer (BBB) dat er te weinig tijd is geweest om wijzigingsvoorstellen te bestuderen. Dijkstra benadrukt dat er al ruim 18 maanden over dit onderwerp is gesproken, in acht opeenvolgende gespreksrondes.

De minister benadrukt verder dat Nederland één van de mede-initiatiefnemers is van het pandemieverdrag van de WHO. Ze stelt dat ons land een leidende rol speelt op het gebied van internationale samenwerking op het gebied van volksgezondheid. "In de EU is er overeenstemming om de onderhandelingen deze maand af te ronden. De regering steunt dit standpunt."

Kamerlid Keijzer van BBB heeft ernstige bedenkingen bij de gevolgen van de goedkeuring van het WHO-verdrag. Een motie die zij heeft ingediend om de stemming uit te stellen, is aangenomen in de Kamer met 87 stemmen voor.