Destructieve tijden

Column door notnajja



Een van de weinige tv-programma's die mij boeien is het geschiedenisbulletin 'Andere Tijden', gepresenteerd door Hans Goedkoop, die alles behalve zijn achternaam eer aan doet in zijn rustige, weloverwogen, voorkomende wijze van optreden. In een meestal koele en heldere analyse weet hij verband te leggen tussen wat enige (meest tientallen) jaren geleden is geschied en wat zich weerom in de actualiteit voordoet, ter staving van de wetmatigheid dat de geschiedenis zich herhaalt. Al kun je deze wetmatigheid betwisten, de tv-programma's zelf voldoen er alvast aan, Andere Tijden niet uitgesloten... Een ander voor de hand liggend verschijnsel is de mode, zoals een terugkeer naar de minirok en ander weinig verhullende kleding indien de economie in een recessie verkeert. Ook zie je in kunststromingen vaak een terugkeer naar eerdere thema's en ideeën, om nog maar te zwijgen van de popmuziek, die in deze tamelijk inspiratieloze tijden schatplichtig is aan veel oude nummers uit de glorieuze en creatief uitbundige jaren '60.

Maar het is vooral het terrein van de politiek waar de herhaling schering en inslag is. Doordat de domheid de voornaamste factor is bij het verdelen en uitvoeren van de macht wordt de politiek gekenmerkt door het hardnekkig in de wind slaan van wat de geschiedenis in al haar herhalingen heeft geleerd. Men aapt voorgangers of voorlichters (die ervoor gestudeerd hebben) na en maakt dezelfde fouten in de arrogante veronderstelling dat men die ontlopen kan door een grotere intelligentie en doortastender optreden, ook in charismatische zin. In een democratisch bestel laat men alles tot op de bodem onderzoeken als iets misloopt, om vervolgens maatregelen te nemen die zo doorwrocht zijn dat ze onwerkbaar blijken en men weer allerlei amendementen, clausules en uitzonderingen toevoegen moet die dan weer tot ontsporingen leiden die meestal een factor groter en erger zijn dan degene die men met de nieuwe wetgeving bestrijden wou. Problemen worden zodanig opgelost, dat de oplossing tot verdubbeling van nieuwe of andere, maar meestal ergere problemen leidt, en het ene gat met twee of meer andere gaten wordt gevuld. En als dankzij een toevalstreffer een maatregel eindelijk zoden aan de dijk zet, moet een roep om vernieuwing en nog hogere efficiëntie alles weer verstieren. Als bepaalde regelgeving blijkt te werken, dreigen ambtenaren werkloos te worden en adviesbureaus op de fles te gaan, dus niets is zo bedreigend als succes op dit vlak. Het minste wat men dan nog te doen staat, is het succes uit te buiten, lees: om zeep te helpen.

Zelfs in de anders toch zo vrije economie heeft men deze methode van vernieuwing door vernietiging, creativiteit door destructie, overgenomen. Als een product aanslaat en ingeburgerd is, wordt het tijd voor iets nieuws dat het vervangt of aanvult op zo'n wijze dat het overbodig wordt of in de massa teloor dreigt te gaan. De ouderwetse Goudse belegen 48+ kaas is door de toevloed van nieuwe soorten kaas bijna niet meer in de winkelschappen te vinden, evenals het gewone bruin brood, de vanille vla, de normale koffie, de ontroebele abiologisch geteelde appelsap. Wat aanslaat wordt versplinterd door de rage van elkaar beconcurrerende reclamebureaus en alternatieve marketingstrategieën. Ik snap hier werkelijk helemaal niets van, ik word horendol van de variatie aan producten en ik verlang weer naar oude tijden waarin melk automatisch volle melk was en producten om het overgewicht te bestrijden nog moesten worden uitgevonden omdat er nauwelijks sprake van overgewicht was (hoe zou dat toch komen?)

Maar de draak van macht, markt, media en massa lijkt onverslaanbaar, voor elke onthoofde kop komen er twee nieuwe in de plaats. Het is een gebed zonder eind en een goed, wijs optredend landsbestuur en een daarbij passend verkwikkend economisch klimaat zijn verder weg dan ooit, iedereen raakt verstrikt in financiële schandalen of verdrinkt in de meest pietluttige, tijd en goede wil consumerende regels. Wie er iets aan probeert te doen raakt de kluts kwijt in een doolhof van adviezen, gelobby van verschillende belangenverenigingen, noodzakelijk te raadplegen overlegpartners en nog veel meer. Of het een historische wet is, durf ik niet te zeggen, maar het lijkt erop dat naarmate er meer maatregelen genomen worden en er meer partijen bij betrokken zijn, het er slechter in een land aan toe moet gaan, en dat alles eronder lijdt, de economie, het onderwijs en het dagelijks leven, de stemming in een land, de sfeer in een stad. Hoe komt het toch dat ik merk dat deze stemming, die sfeer, grimmiger wordt? En dat terwijl de meesten van ons zich ongelooflijk veel kunnen permitteren, twee auto's per huishouden is heel normaal, elk jaar op vakantie naar een ver land ook. Maar het geloof in de vooruitgang is verdwenen, omdat de vooruitgang een versplintering is geworden, niet meer is gebaseerd op saamhorigheid, op mededogen, op doorleefde vrijheid, op erkenning van elkaars leven en vooral herkenning van elkaars beleven.

Het idee van de vooruitgang is ontspoord, doordat het vooral gericht is op vervulling van aangekweekte geneugten en bevordering van de materiële welvaart, niet op een verrijking van het denken en ervaren. Geen wonder dat de vrijheid nu meer en meer opbotst tegen de leegte van verveling en het sociaal gevoel meer en meer erodeert tot een wederzijdse ergernis. Een bestaan zonder roeping of doel is gedoemd te worden misbruikt, zo leert de geschiedenis. Maar de domheid domineert, en ik, ik mis de kracht er iets aan te veranderen.