Geen seks

Normaal gesproken zou hier de gastcolumn van Kim Holland verschijnen, maar na goed onderling overleg is besloten de samenwerking te beëindigen. Bij deze wil de columnistencrew Kim bedanken voor haar bijdrage. Vanaf nu dus geen seks meer op woensdag, maar sport

Het is toch een vreemd fenomeen; de Olympische Spelen zijn begonnen en ik interesseer me plotseling voor Japans mannenturnen, Griekse schoonspringers en onze nationale boogschutheld Wietse van Alten. In een cyclus van 1461 dagen kunnen de prestaties van deze personen me verdomd weinig schelen, maar zo eens in de vier jaar blijf ik graag thuis om wat wildwaterkanoën of badminton te kijken. De Olympische Spelen hebben iets speciaal. Er is bijna 24 uur per dag sport op TV en eerlijk gezegd is dat nog te weinig.

De eerste dagen was het nog wat mat met het wielrennen, het kleiduif schieten en de series zwemmen zonder mijn held Eric ‘De Aal’ Moussambani, maar sinds het briljante optreden van de Keniaanse roeier Ibrahim Githaiga zijn voor mij de spelen begonnen. De 35-jarige kolos, die niet had misstaan bij de zwaargewicht-boksers, kwam over de finish toen de anderen al bijna terug waren in het Olympische dorp. De Olympische gedachte van Pierre de Coubertin kon niet duidelijker in beeld gebracht worden.

Voor anderen is winnen toch belangrijker dan het meedoen. Ik heb het dan niet over de overmoedige Amerikaan Phelps die dacht 7 gouden medailles te kunnen winnen, maar over de Nederlandse sprinters. Tot ieders verrassing werden Caimin Douglas, Patrick van Balkom, Timothy Beck en Troy Douglas vierde bij de laatste wereldkampioenschappen en omdat de Brit Dwain Chambers zo dom was zich te laten betrappen op het gebruik van doping kregen de heren uiteindelijk nog brons ook.

Hoezeer ik ook geniet van alle prestaties van de zwemmers, de volleyballers en de hockeyers, ik zou al hun medailles en overwinningen willen inruilen voor één sprint medaille. Waarom, vraag je je af? Het antwoord is simpel, Troy Douglas! Bij het grote publiek is deze 41-jarige, van oorsprong uit Bermuda afkomstige atleet misschien onbekend, maar neem van mij aan dat hij een medaille meer dan verdient. Geheel op eigen kracht heeft hij zich meerdere malen teruggevochten uit situaties waar anderen al lang zouden hebben opgegeven.

In 1988 stond hij als broekie in de halve finales van de 200 meter naast Carl Lewis en Linford Christie, maar werd daarin kansloos uitgeschakeld. In 1992 kwam hij onder de hoede van de Nederlandse atletiekgoeroe Henk Kraaijenhof, die hem rechter leerde lopen. Alles liep gesmeerd en in de voorbereiding naar de Olympische Spelen in Sydney werd hij Nederlander. Hij zou het geheime wapen worden en Nederland minimaal een finaleplaats bij de 200 meter bezorgen. Helaas liep het allemaal wat anders. Bij een dopingcontrole was de hoeveelheid nandrolon in zijn bloed te hoog. De altijd objectieve Nederlandse sportpers verklaarde hem schuldig, terwijl Davids, de Boer en Stam onschuldig waren, terwijl hun waarden nog net iets hoger lagen.

Troy is een zeer emotioneel persoon en zakte diep weg. Whiskey werd zijn beste vriend en sigaren waren z’n andere houvast. De hele wereld liet hem links liggen, alleen oude vriend en coach Henk Kraaijenhof geloofde in zijn onschuld. Troy miste de Spelen in Sydney, maar kwam zijn problemen te boven. Hij wilde de wereld laten zien dat ze hem onrecht aangedaan hadden en besloot zich te gaan richten op de estafette. Als mentor van drie jonge honden voelde hij zich weer in z’n element en vorig jaar verbaasde het kwartet de hele wereld met hun vierde plaats.

Volgende week wil hij z’n carrière afsluiten en ik gun hem een medaille. Dan kan hij in de uitzending bij Mart Smeets onderuit zakken, zijn middelvinger naar de camera opsteken en een luid en duidelijk ‘FUCK YOU!’ laten horen. Vervolgens mag hij weglopen en op z’n hotelkamer een fles whiskey soldaat maken onder het genot van een dikke Havanna, het liefst met Miles Davis op de achtergrond.

Hup Troy!