Studenten blijven langer thuis wonen

In 2016 en 2017 is de doorstroom van havo-gediplomeerden naar het hoger beroepsonderwijs gestabiliseerd, na een daling in 2015. De doorstroom van vwo naar het wetenschappelijk onderwijs is verder gestegen. De verschillen in doorstroompercentages tussen welvaartsniveaus zijn klein, en de laatste jaren niet veranderd. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe analyses.

In het onderzoek is gekeken naar het percentage havo- en vwo-gediplomeerden dat in de eerste twee studiejaren na het behalen van hun diploma begon met een opleiding in het hoger onderwijs. De doorstroom van de havo naar het hbo steeg sinds 2007, met een piek in 2013 en 2014. Dat waren de laatste jaren waarin studenten binnen het oude stelsel van studiefinanciering met recht op een basisbeurs konden beginnen aan een studie.

Veel jongeren besloten vanwege de aanstaande invoering van het leenstelsel geen tussenjaar te nemen en direct te gaan studeren.
Na de invoering van het sociaal leenstelsel in 2015 daalde de doorstroom van havo naar hbo, en deze bleef in de jaren daarna op dat niveau. De doorstroom van vwo naar wo daalde niet na de invoering van het nieuwe leenstelsel.

Klein verschil in doorstroom tussen welvaartsgroepen
Van de havo-gediplomeerden in 2017 uit gezinnen in de laagste welvaartsgroep studeerde 85,0 procent binnen twee jaar aan een hbo-instelling. In de hoogste welvaartsgroep was dat met 87,3 procent iets hoger. Deze verschillen zijn de laatste jaren niet groter geworden.
Het percentage vwo-gediplomeerden uit gezinnen met de hoogste welvaart dat binnen twee jaar naar de universiteit ging steeg van bijna 88 procent in 2015 naar bijna 90 procent in 2017. Bij de laagste twee welvaartsgroepen bleef de doorstroom stabiel op ruim 85 procent.

Studenten blijven langer thuis wonen
Het aantal hbo- en wo-studenten dat op zichzelf gaat wonen, is in het studiejaar 2015/’16 sterk gedaald en nam ook in de jaren daarna verder af. Van de hbo-studenten die in september 2017 met hun opleiding begonnen, woonde zestien maanden later 11 procent niet meer bij hun ouders. Tot en met 2014 was dat percentage nog ruim twee keer zo hoog.

Hbo-studenten uit alle welvaartsgroepen gingen minder op kamers wonen. Het verschil tussen deze groepen is de laatste jaren klein en vrijwel niet veranderd. Van de hbo-studenten uit 2017 woonde 11,6 procent uit gezinnen met de hoogste welvaart na zestien maanden op zichzelf, tegen 9,0 procent van de studenten uit de laagste welvaartsgroep.

4 op 10 wo-studenten binnen 16 maanden uit huis
Van de studenten die zich in 2017 aan een universiteit inschreven, woonde gemiddeld 41 procent na zestien maanden op zichzelf. In 2015 was dat nog 46 procent, een scherpe daling ten opzichte van het gemiddelde van ruim 60 procent in de jaren 2007–2014.