Olympische geschiedenis in het kort - 7

Veel sporters zijn al volle bak bezig met de Olympische Spelen van Rio de Janeiro, die in augustus 2016 van start gaan. Ook bij FOK!sport zijn we in voorbereiding en dat gaan we onder meer doen met deze nieuwe rubriek. In de aanloop naar Rio komen we elke zondagochtend met een tiental statistieken, weetjes, korte verhaaltjes en meer uit de bijzonder rijke olympische geschiedenis, vaak geholpen door de enorme hoeveelheid informatie van Sports-Reference. Een vaste lijn zit er niet in: we houden geen chronologische volgorde aan en dus kan een statistisch weetje uit 2012 zomaar onder een opmerkelijke anekdote uit 1896 staan, maar we blijven zoeken naar opmerkelijke wetenswaardigheden. De vorige edities van deze rubriek zijn hier te vinden. Let the Games begin!

De Luxemburger Josy Barthel won in 1952 olympisch goud op de 1500 meter hardlopen, maar de organisatie in Helsinki had dat niet verwacht: de noten voor het Luxemburgse volkslied waren niet aanwezig. De muziekband moest improviseren, maar deed het niet goed genoeg: Barthel sloeg zijn handen voor zijn gezicht en barstte in tranen uit vanwege het mislopen van het moment waarop zijn volkslied voor hem gespeeld zou worden.

Op de Spelen van 1908 in Londen bestond het waterpolotoernooi na het terugtrekken van Oostenrijk en Hongarije uit vier deelnemende landen. De Britten kregen een bye in de eerste ronde en hoefden ook de halve finale niet te spelen, waarin ze Oostenrijk zouden treffen. Daardoor speelde Groot-Brittannië slechts de finale, waarin met 9-2 van België gewonnen werd, en dus was één wedstrijd goed voor de eindzege en goud in het toernooi.

Hordenlopen op de Olympische Spelen van 1920, waar Earl Thomson met 14,8 seconden als eerste onder de grens van 15 seconden dook (Bron: YouTube)

De eerste Winterspelen werden in 1924 gehouden in het Franse Chamonix, nadat men tijdens de IOC-conventie in 1921 besloot dat wintersporten gelijk behandeld moesten worden. Tot dan hadden kunstschaatsen (2 keer) en ijshockey wel op de Zomerspelen gestaan, maar echt eerlijk vond men dat niet. Chamonix 1924 had overigens geen olympische naam: 'Semaine Internationale des Sports d'Hiver', ofwel de 'Internationale Wintersport Week'. Later besloot het IOC pas om het evenement met terugwerkende kracht de 1e Winterspelen te noemen.

Het Chileens Olympisch Comité zegt dat Luis Subercaseaux in 1896 op zijn 15e meedeed aan de 100, 400 en 800 meter. Hij zou daarmee de eerste Latijns-Amerikaanse sporter ooit zijn die meedeed aan de Spelen. De meeste olympische historici zijn het hier echter niet mee eens en zeggen dat hij wel ingeschreven was voor die onderdelen, maar bij geen enkele wedstrijd aan de start verscheen.

De olympische marathon van 1908 kende zacht gezegd een opvallend einde. De Canadees Tom Longboat lag na 32 kilometer op kop maar stortte in elkaar, waarna de Zuid-Afrikaan Charles Hefferon de leiding nam. Een kleine twee kilometer voor de finish nam hij een glas champagne aan uit het publiek. Geen handige zet, want binnen de kortste keren kotste Hefferon de boel er weer uit. Hij werd ingehaald door Dorando Pietri, maar de Italiaan was zo gedesoriënteerd dat hij in het White City Stadium de verkeerde kant op liep. Een official wees hem de weg, maar in de extra meters die hij (goed) moest maken zakte hij maar liefst vijf keer in elkaar. Pietri werd op een brancard over de finish geholpen, maar werd daarom gediskwalificeerd. De Amerikaan Johnny Hayes profiteerde en won goud, terwijl Hefferon zilver kreeg - en de champagne na afloop vermoedelijk afsloeg.

Een van de meest iconische gevalletjes van 'juich niet te vroeg' ooit: de Amerikaanse Lindsey Jacobellis is in de boardercross onbedreigd op weg naar goud, doet op de laatste sprong nog een klein trucje en gaat onderuit. De Zwitserse Tanja Frieden pakt goud, Jacobellis moet genoegen nemen met zilver. Overigens werd Isabel Clark Ribeiro er negende, het beste resultaat ooit voor Brazilië op de Winterspelen. (Bron: YouTube)

Clara Hughes is de enige sporter die op zowel de Zomer- als Winterspelen meerdere medailles won. De Canadese pakte in 1996 in Atlanta als wielrenster brons op de tijdrit en de wegrit en schaatste vervolgens in 2002, 2006 en 2010 in totaal één gouden, één zilveren en twee bronzen medailles bij elkaar.

Zeven sporters wonnen meer dan vijf olympische medailles zonder ooit goud te pakken. Rintje Ritsma is er één van, hij won twee keer zilver en vier keer brons. De Duitse Franziska van Almsick spant de kroon: de zwemster won van 1992 tot en met 2004 vier keer zilver en zes keer brons, maar pakte nooit een gouden medaille. Ze kwam wel bijzonder dichtbij: in 1992 moest ze op de 200 meter vrije slag haar meerdere erkennen in de Amerikaanse Nicole Haislett, die slechts één tiende van een seconde sneller was.

Sinds de Spelen van 1928 in Amsterdam komt het team van Griekenland altijd als eerste binnen tijdens de openingsceremonie, vanwege de Griekse oorsprong van de Spelen. Het thuisland komt altijd als laatste het stadion binnen marcheren.