Olympische geschiedenis in het kort - 3

Veel sporters zijn al volle bak bezig met de Olympische Spelen van Rio de Janeiro, die in augustus 2016 van start gaan. Ook bij FOK!sport zijn we in voorbereiding en dat gaan we onder meer doen met deze nieuwe rubriek. In de aanloop naar Rio komen we elke zondagochtend met een tiental statistieken, weetjes, korte verhaaltjes en meer uit de bijzonder rijke olympische geschiedenis, vaak geholpen door de enorme hoeveelheid informatie van Sports-Reference. Een vaste lijn zit er niet in: we houden geen chronologische volgorde aan en dus kan een statistisch weetje uit 2012 zomaar onder een opmerkelijke anekdote uit 1896 staan, maar we blijven zoeken naar opmerkelijke wetenswaardigheden. Let the Games begin!

In 2010 deed Ghana voor het eerst mee aan de Olympische Winterspelen. Skiër Kwame 'de Sneeuwpanter' Nkrumah-Acheampong werd 47e op de slalom. Hij maakte furore met zijn panterpak, waar elke stip stond voor een individu die hem sponsorde, want het Ghanees Olympisch Comité gaf hem geen cent. Hij werd overigens geboren in Schotland, groeide op in Ghana, maar woonde wel sinds 2000 in Engeland.

Slechts twee sporters wonnen ooit goud op zowel de Zomer- als Winterspelen: de Amerikaan Eddie Eagan was in 1920 in Antwerpen de beste bij de lichtzwaargewichten in het boksen en maakte in 1932 in Lake Placid deel uit van het gouden bobsleeteam van Billy Fiske. De Zweed Gillis Grafström won weliswaar ook goud op zowel de Zomer- als Winterspelen, maar deed dat alle drie de keren in het kunstschaatsen, wat in 1920 nog deel uitmaakte van de Zomerspelen - de Winterspelen bestonden nog niet.

Beelden van Paavo Nurmi, de Vliegende Fin en volgens velen de grootste Olympiër aller tijden (Bron: YouTube)

De Japanse zwemmer Kuzuo Kitamura won in Los Angeles olympisch goud op de 1500 meter vrije slag in 1932. Niks bijzonders, ware het niet dat Kuzuo slechts 14 jaar en 309 dagen jong was. Nog altijd is Kitamura de jongste mannelijke sporter ooit die individueel olympisch goud won. Hij stopte overigens direct na de Spelen met topsport, maar hield zich later in zijn leven wel weer bezig met de zwemsport en werd een belangrijk figuur binnen de Japanse zwemwereld.

Op 7 april 1896 begonnen in het Zappeion in Athene de olympische wedstrijden in het sabelschermen. De wedstrijden begonnen echter nog voordat koning Georgios van Griekenland aanwezig was en dus besloot men na zijn aankomst om alle resultaten te schrappen en opnieuw te beginnen.

Kuzuo Kitamura, de jongste mannelijke winnaar van individueel olympisch goud ooit (WikiCommons/Capsot)
Kuzuo Kitamura, de jongste mannelijke winnaar van individueel olympisch goud ooit (WikiCommons/Capsot)

In 1900 deden voor het eerst vrouwen mee aan de Olympische Spelen: 22 van de 997 deelnemers in Parijs bestonden uit vrouwen. De eerste olympisch kampioene was de Zwitserse gravin Hélène de Pourtalès, die samen met graaf Hermann de Pourtalès - haar man - en hun neef Bernard het goud won in de 1-2 ton zeilklasse. 

De Belg Josué Dupon is de enige olympiër ooit die een medaille won terwijl hij niet meer in leven was. Tijdens de Spelen van Berlijn in 1936 kreeg hij brons bij het beeldhouwen voor zijn werk L'Obstacle, hoewel hij volgens het officiële rapport een medaille kreeg voor alle zes ingezonden werken. Dupon heeft de medaille nooit gezien: hij was in oktober 1935 op 71-jarige leeftijd overleden.

De finale van de 100 meter van 1988 dat zowel de bijnaam 'The Greatest Race of All Time' als 'The Dirtiest Race of All Time' kent. Dat laatste komt onder meer door het uitsluiten van winnaar Ben Johnson vanwege dopinggebruik, maar het is zeer twijfelachtig of er überhaupt wel iemand schoon aan de start stond (Bron: YouTube)

De Spelen van 2012 waren de allereerste editie van de Zomerspelen waar geen enkel land haar olympische debuut maakte. Van 1896 tot en met 2008 was er altijd minstens één land dat voor het eerst aanwezig was. In Rio de Janeiro in 2016 zal dat Kosovo zijn.

1 van de 4 zwemonderdelen was de 100 meter vrije slag voor matrozen van de Griekse marine. Elf man schreven zich in, drie deden daadwerkelijk mee. Ondanks het feit dat dus alleen Grieken mee mochten doen erkent het IOC winnaar Ioannis Malokinis als olympisch kampioen. Malokinis zwom de 100 meter in 2:20,4 minuten. Alfred Hajos uit Hongarije won de reguliere 100 meter vrije slag in 1:22,8 minuten.