Meer kunstenaars hebben uitkering

Steeds meer kunstenaars doen een beroep op een speciale uitkering voor als ze te weinig inkomsten hebben. Eind vorig jaar ontvingen 2600 mensen een zogenoemde WWIK-uitkering dertien procent meer dan in 2008. Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) die BNR Nieuwsradio heeft opgevraagd.

Voor de crisis daalde het aantal uitkeringen op grond van de Wet werk en inkomen kunstenaars. WWIK-uitkeringen zijn bedoeld om startende kunstenaars op weg te helpen. Ook gevestigde kunstenaars kunnen er echter een beroep op doen als ze kampen met een tijdelijke terugval in het inkomen. Mensen in de WWIK hebben geen sollicitatieplicht. Aan een uitkering worden wel eisen gesteld, zoals diploma's.

Beeldend kunstenaars zijn met veertig procent de grootste afnemers van de uitkering. Verder bestaat de groep voor 26 procent uit vormgevers, voor twintig procent uit muzikanten en voor tien procent uit acteurs en dansers. Deze percentages zijn volgens een woordvoerder van het ministerie van SZW vrijwel ongewijzigd.

De WWIK is eerder in de politiek ter discussie gesteld. Zo wil de VVD van de regeling af, omdat het kunstenaarschap volgens de partij een normale vorm van ondernemerschap is.