Het relatief

Het moment je weet te laat te zijn en er alles aan doet om nog resultaat te bekomen. Doet me denken aan het eindexamen Nederlands middelbare school en het opstel schrijven voor de helft van de punten. Werkelijk te laat zijn of te weinig tijd hebben om iets af te ronden zijn twee. Het komt erop aan niet op te geven en kalm te blijven, zo snel als humaan mogelijk te beginnen aan wat het probleem is en tevens ook de oplossing vormt.

Ooit zei iemand me dat ik moest leren relativeren. 2000, de Koersk, een ‘kapotte’ onderzeeër lag diep op de bodem van de Oceaan met mensen erin. Vanuit mijn megalomaan kinderlijk perspectief pleitte ik schuldig aan deze nachtmerrie en uitte mijn verdriet in intieme kring net alsof ik was medeplichtig aan de toekomstige dood van deze jonge mensen. Vanaf toen moest ik leren relativeren en geleerd heb ik gemoeten geen idee hebbende wat het woord relativeren juist betekende en wat je er juist voor moest doen. 

Ik had jaren geleden leren fietsen, ik had mezelf geleerd kruisbogen te maken van versleten paardenzwepen, ik had leren lezen en schrijven en rekenen en nu moest ik nog leren relativeren. Dus ik zei, “kom maar op met je relativeren, ik zal het wel leren” en moest het zijn zoals jojo spelen, dan was ik al snel de beste in relativeren. Als een relatief zoiets was geweest als een knikker of een flippo, dan had ik er waarschijnlijk de meeste van, maar een relatief bestond alleen in mijn kinderlijk perspectief.

Ik snap al even wat relativeren is. Het is ten eerste een moeilijk woord. En ten tweede bestaat niet of er moest ruimte zijn voor ergernis. Misschien bestaat een relatief wel, maar dat weet ik niet. Of het erg is, het wel of niet weten of een relatief al dan niet bestaat? Ik had zeker een mooi opstel geschreven over een relatief.  Maar nu ik tram vier nader doet het me weinig of niets. Het niet hebben van de nodige kennis is naarmate de leeftijd vordert in positieve zin recht evenredig aan een positieve gemoedstoestand. Het zijn dus een aantal variabelen waarop tijd meestal van grote aard is. 

En nu mag je tijd even wegdenken. In al je meest logische redenaties van alles wat je weet en kent, mag je de variabele ‘Tijd’ even skippen. “Tijd” bestaat niet meer. Het is van de wetenschap dat ik weet dat ik geen mededader ben van het zinken van de Koersk tot de huidige wetenschap die ons duidt op het feit dat “tijd” niet bestaat. Zolang duurde het ongeveer om het begrip ‘relativeren’ te leren. 

De tijd leert je, mocht je ooit op die universele tijdschaal terechtkomen hoeveel voor twaalf het is met net geen veertig jaar op je teller en wat je getal ook mag zijn, het is maar een waarde die erop duidt dat je waarschijnlijk nooit bestaan hebt. Ik ben maar een mogelijkheid in het bestaan van een ander en zelf besta ik niet, ik word bestaan gegeven door een ander. De korte tijd, die volgens de wetenschap niet bestaat je hier mag doorbrengen, hoe kort ook, is om de pracht te weten te mogen komen dat ons leven maar een schim is tot wat het hele verhaal werkelijk is. Een tracht dit idee een verder bestaan te geven en te leren dat wat tijd is leven is en dat alles wat ons geven is relatief is en ons lief is.