Oranje Amsterdam

Oranje is troep – Karmanie
Karmanie wist me aangenaam te verrassen met haar blik op de waanzin die “Oranje” heet. Nu zal ik het inzicht van een aantrekkelijke jongedame publiekelijk al snel positief beoordelen, maar Karmanie wist dit idiote kuddegedrag echt geweldig onder woorden te brengen.

Kijk. Ik vind het ook leuk als het Nederlands elftal het goed doet en ik zou het absoluut geweldig vinden als ze ooit daadwerkelijk een EK of WK winnen. Ik mag graag naar een winnende nationale ploeg kijken. Het punt is echter dat de historie het duidelijkste bewijs is dat die kans uiteindelijk niet zo groot is. Zelfs onze allerbeste elftallen hebben enkel tweede plaatsen bereikt en alleen in 1988 heeft een Nederlands elftal een keer een beker mee naar huis weten te nemen.

Heel die idioterie van oranje prullaria en uitverkoop van oranje bouwzeil en latex heeft hier nog nooit enige verandering in gebracht. Dat zou je tenminste als motivatie voor de aankoop van al die rotzooi aan kunnen dragen. Dat heel veel oranje troep de kans op een overwinning zou vergroten. Ons eerste redelijke succes – verliezen van Duitsland – was de aanvang van die gekte, maar de geleidelijke expansie van de oranje ambulante handel heeft uiteindelijk nooit tot meer succes geleid. Met het duidelijke record van dit jaar en de belabberde prestaties op het veld van dit moment, moeten we dus de conclusie trekken dat de hoeveelheid oranje plastic geen reet verschil maakt.

Buiten dat. Zou er nog iemand zijn die nog wat van die oranje troep uit 1988 in huis heeft? Ik bedoel: dat is het enige jaar waarin het de moeite waard was om oranje memorabilia van te bewaren. De oranje pet die je op had toen Van Basten zijn fantastische doelpunt maakte. De oranje bierpul die je leeg zoop, toen Barry van Aerle zijn grootste momenten beleefde. De Gullitpruik. Het rood-wit-blauwe slipje van het meisje dat op de avond van “ons kampioenschap” bezopen genoeg was om te neuken?

Niemand! Ik ken letterlijk niemand die deze rotzooi heeft bewaard! Maar ondertussen ondergaat Nederland opnieuw een nog grotere tsunami van oranje rotzooi. Kunnen de Nederlandse rommelmarkten de komende twee jaar al die tonnen aan oranje prullaria nog wel aan?

Estelle Gullit uit elkaar – DriekOplopers
Opnieuw vond ik een reactie onder de vrijdagse column van Driek minstens zo vermakelijk als de column zelf.

Ik maakte een geintje over de zelfingenomenheid van Amsterdammers en meteen duikt daar een Amsterdammer bovenop, die met een calimeroreactie de rest van Nederland beschuldigt van “gecalimero” richting Amsterdam. De provincie is achterlijk en in Amsterdam is alles perfect. Als dit niet zo mocht blijken te zijn, is het in de provincie nog steeds vele malen kutter.

Wat mij altijd opvalt is dat je in andere grote steden best wel trots op de eigen stad zult vinden. Op zich niks mis mee. Toch zie je in Rotterdam, Den Haag of Utrecht dat men de problemen in de eigen stad ook echt wel onder ogen ziet. Rotterdammers die vol trots over de volksaard en het arbeidsethos van de Rotterdammers spreken, noemen in hetzelfde gesprek ook gewoon alles wat naar de tering gaat in hun stad. Als Brabander, werkend in Rotterdam, krijg ik er nooit enig verwijt of vooroordeel naar mijn hoofd geslingerd. Ze vinden hooguit mijn accent wel grappig en mijn Bossche grote smoel wordt zelfs zeer gewaardeerd.

Bij Amsterdammers blijf ik toch altijd ernstig het gevoel houden dat ze "buitenstaanders" niet echt serieus nemen. Van Willem Holleeder maken ze zowat een volksheld, maar met name Limburg, Brabant en Twente deugen echt voor geen meter. Marokkanen in het algemeen veroorzaken de meeste criminaliteit, terwijl toch vooral de Amsterdamse Marokkanen het wel heel erg bont maken. Het bestuur van Limburg is één grote, corrupte bende, terwijl er in Amsterdam meer geld over de balk wordt gesmeten dan de meeste provinciale steden als totale begroting hebben.

Nee. In Amsterdam deugt alles. Waar haalt zo’n kanker-Brabo het lef vandaan daar een geintje over te maken?

Oké. Nu even afwachten welke Amsterdammer mijn prachtige Den Bosch af gaat zeiken. Het belangrijkste verwijt zal wel weer zijn dat het geen Amsterdam is. Klopt. Daarom kan ik mijn fiets ook met één hangslot bij het station parkeren.