Kaal

September 2005
"Moet je kijken!" Anne geeft me een por en wijst naar Sandra's tafel. Er ligt een briefje. Ik kijk en knik. "Bizar zeg", zeg ik. "Ja hè", beaamt zij. Als Sandra de kamer binnenkomt, pak ik het briefje van tafel en houd het voor haar neus: "Wat moet dit voorstellen?".
Schuldbewust grist ze het uit mijn hand en stopt het in haar zak. "Dat zijn gewoon dingen die ik in de stad moet halen", verdedigt ze, maar het zijn helemaal niet 'gewoon' dingen die ze in de stad moet halen. Het zijn dingen die met zorg, in twee rijtjes, op een uitgeknipt papiertje zijn geschreven. Kruisje ervoor, punt erachter. Boven de twee rijen is in hoofdletters 'stad' geschreven. Onder STAD staat een dikke streep en -omdat dat nog niet duidelijk genoeg is?- is STAD met een roze stift gemarkeerd. Voor Anne en mij is dit briefje een amusant luikje naar een andere wereld. In die van ons (die waar chaos regeert) bestaan zulke boodschappenlijstjes niet; wij gaan gewoon nog een keer de stad in, omdat we de helft vergeten zijn.
Het had iets vertederends, zo'n keurig geknutseld lijstje, maar, meer dan dat, had het een prettige uitwerking op onze lachspieren.

November 2005
Achteraf bleek het minder grappig. Het nauwkeurige en gecontroleerde bleef niet beperkt tot haar boodschappenlijstjes: het was equivalent aan haar leven. Dat was net zo goed geregeld, of beter gezegd: vastgelegd.
Het is controle-zucht, maar echte controle krijg je niet. Stress krijg je ervoor in de plaats. Voor je het weet heb je een hoofd vol pukkels, nachten zonder slaap of een rikketik die vertikt te tikken. Maar stress voor Sandra bleek een katalysator voor Alopecia Totalis, ofwel: haaruitval.
Wat begon met een paar plukjes 's ochtends op haar kussen, ging over in een goeie rui en eindigde binnen een week met kaalheid. Alles viel uit: hoofdhaar, schaamhaar, arm- en beenhaar, wimpers, wenkbrauwen. Alles.

Maart 2006
Als kankerpatiënt-look-a-like doe je qua aandacht niet onder voor de 'echte'. Mensen staren en daar brengen doekjes, petjes en een stevige make-up geen verandering in. Daar kun je je klein door voelen, maar Sandra is van beter hout gesneden: die zoekt een zwakke plek en staart terug! Grote neus? Berg je maar. Lelijke tanden? Idem dito!
Zeer effectief; Grote neus of Lelijk gebit schrikt en kijkt onmiddellijk een andere kant op. Toch gaat dat terugstaren op den duur ook vervelen. Een Pruik dus. Een donkerblond model dat 'Cassie' heet. Een probaat middel tegen de starende medemens.

Oktober 2006
Geïnspireerd door 'Het Meisje met de 9 Pruiken', besluit San haar collectie uit te breiden met een weekendpruik. Anne en ik moeten mee en dus staan wij op een zaterdag in een gigantische pruikenwinkel in Amsterdam. Het walhalla voor travo's, kankerpatiënten en Sandra's.
Een lange, knappe man schiet te hulp. Sandra vertelt hem wat ze zoekt. De man fronst even z'n geëpileerde wenkbrauwen en begint dan enthousiast te zoeken. De man is homo. Overduidelijk van het soort dat geen genoeg kan krijgen van cosmetische prularia en dit werk dus doet met liefde. Hij helpt San met passen, laat haar de verschillen tussen echt- en nephaar voelen, vertelt hoe ze de pruik het beste kan wassen (babyshampoo), hoe ze hem moet stijlen, hoe ze haar wenkbrauwen moet tekenen en haar ogen moet opmaken. Het heeft veel weg van een theekransje. Hij trekt ruim drie uur voor d'r uit, maar na tien minuten ben ik al weg van hem: zo goed in z'n werk als hij tref je ze, helaas, zelden.

"Wat is hij goed hè?", zeg ik tegen San als de haarhomo een nieuw kapsel haalt. "Niet te geloven! En wat is 'ie aardig!", beaamt zij. "Hij vertelde trouwens dat hij dit werk zo héérlijk vindt om te doen, omdat hij z'n klanten begrijpt. Hij heeft zelf ook wat."
Aids it is.

Als de haarhandelaar terugkomt met een enorme krullen-pruik (gewoon om te zien hoe San eruit zou zien als travo), zie ik hém niet meer maar de Aids-patient. Ik doe blijkbaar niet veel onder aan Grote neus en Lelijk gebit en dat is pijnlijk. Terwijl ik me schaam, gaan Sandra en de homo gewoon door met keuvelen. Een Aidspatiënt en een schoonheid zonder haar. Een jonge vrouw die een officiële waarschuwing nodig had en die ook begreep. Een man die ziek is en dat gebruikt om z'n medemens van dienst te zijn. Als dit positieve lot volgt op tegenslagen hebben we niets om bang voor te zijn en dat wéét ik. Ik zie dat bericht alleen graag in de herhaling.