Ik ben een terrorist (blijkbaar)

Soms kom je op een moment tot een conclusie waarbij je denkt "waar is men hier in godsnaam eigenlijk mee bezig" of om het met de woorden uit een oude Urbanus-hit nog een beetje straffer uit te drukken: "De wereld is om zeep, er gebeuren rare dingen rondom mij" en nu is het zo voor mij. De reden hiervoor? Vorige week stuurde mijn directeur mij met het vliegtuig richting 'Land of Hope and Glory, Mother of the Free'

We zeggen en schrijven een vrijdagmorgen enkele weken terug, ik stond net op het punt om naar de school waar ik lesgeef te vertrekken om zoals dagelijks de 17 zombies op de banken voor mij te doen ontwaken en mogelijk een glimp van informatieverstrekking tot zich te laten nemen, toen mijn directeur mij verrassend vroeg opbelde. Ik kreeg de vraag om de ziekgevallen secretaris die dezelfde dag naar New York zou moeten vertrekken in verband met een uitwisselingsproject te vervangen. Ja, inderdaad, ik had nog een geldig paspoort, dat had ie goed gezien, maar waar had ik dat in godsnaam ergens gelaten?
Enfin, zo afgesproken, zo gedaan, en dezelfde dag vertrok ik nog met de "Eurostar-trein" richting Londen, met een paspoort dat blijkbaar in mijn wastrommel al een aanval van "Dash,
wast witter dan wit" had overleefd op zak.

Daar in Brussel-Zuid bij het opstappen krijg ik voor het eerst te maken met iets wat ik vroeger voor onmogelijk had gehouden. Ja, ik neem inderdaad de "hoge-snelheidstrein" en ja, die passeert inderdaad door de tunnel onder het kanaal, maar moet ik daarvoor in godsnaam in het treinstation al mijn bagage door de scanner laten halen voor ik de trein opkan? Het zal wel, maar ik snap het niet. Een uurtje later komen we aan in Calais, net voor de tunnel. Ik zie nog net de "vrachtwagentrein" er naar binnen rijden, met daarop minstens 4 tankwagens met een ongetwijfeld explosieve lading. Ik bedenk mij even het verschil in knal dat dit ten opzichte van mijn rugzakjes zou kunnen geven.

Volgende halte: London! "The city that never sleeps" lees ik op een van de grote reclameborden bij het binnenrijden van het station Waterloo, ze zullen wel voor hun verplichte sluitingsuur veel te vroeg op de nacht bedoelen. Desondanks, ik hou van deze stad, zeker vroeger kwam ik veel in Londen. Maar meteen in de metro gekomen valt mij op hoe sterk het Londen dat ik ken veranderd is. Op de plaatsen waar ik vroeger op elke uithoek de gezellige muzikantjes met een koffertje voor kleingeld zag, neem ik nu een tot zijn scheve tanden bewapende politieman waar, zijn wantrouwende blik op mijn rugzakken doet mij huiveren. Ik zal er toch niet als een Braziliaanse elektricien uitzien?
Enfin, we nemen de metro richting Heatrow, in het goed gevulde metrostel neem ik plaats op een van de extra "klapstoeltjes".
Ah, eindelijk, daar is mijn halte. Zonder erbij na te denken sta ik snel op, het bankstelletje onder mij klapt naar boven wat een luid "kling" veroorzaakt. Het halve metrostel springt 6 meter verder, de macho van de blauwe brigades aan dit station houdt zijn kalasjnikov al in de aanslag. Tot de Japanse toerist voor mij luid begint te lachen en mij een bemoedigde tik op de schouder geeft.

Maar ach, dit was nog niks vergeleken met wat mij vandaag nog te wachten stond. Ik begeef mij door de veel te drukke en gigantische luchthaven naar de balie voor de vlucht richting New York. Daar aangekomen blijkt mij bagage net enkele honderden grammen te zwaar te wegen. Tja, ik had thuis de tijd niet meer genomen om dat nog even na te checken. De bereidwillige blonde bediende stelt mij vriendelijk voor een veel te dure boete ervoor te betalen. Ik bekijk mijn papieren en stel haar voor om dan maar mijn toiletzakje als handbagage mee te nemen, daar had ik immers toch nogal wat gewicht over. Zo, mijn bagage begeeft zich richting de beulende armen van de Pakistaanse en Arabische gastarbeiders van de bagagedienst, en ik ga dan maar een koffietje drinken, grap ik tegen de schone blondine die mij echter aanraad om best eerst langs de Amerikaanse Douane naar mijn vertrekhal te begeven. "Je kan daar nogal wat tijd verliezen tegenwoordig" , ik zou mij die zin later nog goed herinneren.
Daar aangekomen zwier ik mijn handbagage op de lopende band en passeer ik door de persoonsscanner. "bieeeeeeeeeeeep" zegt het ding. Ik ken de situatie en zeg, "het zal mijn broeksriem wel weer eens zijn", net op het moment dat ik die wil uitdoen en nog eens door de scanner wil passeren ontstaat een grote paniek bij de veiligheidsman achter het computerscherm. Mijn handbagage is immers ook door de scanner gepasseerd, en er wordt meteen luid alarm geslagen. Voor ik het besef ben ik met mijn handen omhoog tegen de muur gedrukt, zit een agent mij te betasten op alle plaatsen waar ik liever geen commentaar op geef en word ik meegenomen voor "ondervraging".
Had ik deze zomer enkele uren te veel op een Spaans strand gelegen, en had ik ondertussen de huidskleur van de gemiddelde Al Qaeda lid? Lag het aan mijn ongeschoren baardgroei? Aan mijn bijna verzopen paspoort of aan mijn akkefietje in de metro? Ik heb er nog geen idee van maar ik kreeg te horen dat ik "in de gaten werd gehouden" sinds mijn aankomst in de luchthaven. Meteen volgde de vraag waarom ik "illegale wapens" in mijn handbagage had zitten. Ik had geen idee waar ze het over hadden. Heel wat overbodige vragen, gediscussieer en een half uurtje later kreeg ik het eindelijk te horen, men had in mijn toiletzak een levensgevaarlijk scheermesje en een nagelvijltje aangetroffen. Stel je voor dat ik hiermee de piloot of de stewardessen te lijf zou gaan. Monty Python zou de scène ervoor niet kunnen verzinnen. Deze uiteindelijk in beslaggenomen kon ik nog net mijn vlucht halen. "Maar ik zou op 'de lijst' geplaatst worden." Ik hield mij maar in en deed de moeite niet meer om te vragen over welke lijst ze het in godsnaam hadden.

Hoog in de lucht begin ik te mijmeren over hoe ik net aan een uitwisselingsproject naar de educatieve mogelijkheden van Guantanamo Bay ontsnapt ben, en over vervlogen tijden. Ja, ik ben nog iemand die opgroeide met écht terrorisme. Ik dacht terug aan mijn jeugd waarin de Communistische vrijheidstrijders van de CCC en de criminelen van de Bende van Nijvel gedurende 2 jaar gemiddeld om de twee weken ergens in België een bomaanslag pleegden of ergens in een warenhuis bij een bloederige overval het halve cliënteel uitmoordden. Ik denk aan het Belfast toen het IRA op zijn "hoogtepunt" was. Ik denk aan de Baskische ETA, aan de Duitse Rote Armee Fraction en de Italiaanse Rode Brigades. Ja, een goeie twintig jaar geleden, toen stond Europa pas in vuur en vlam. Tegelijk denk ik aan woorden van de Britse PM Tatcher en vooral aan degene die de Belgische premier Martens die midden de aanslagen van de CCC en de Bende nu al een goeie twintig jaar geleden uitsprak: "Nooit zal ik toestaan dat onze samenleving toegeeft aan de schrik die deze terroristen willen veroorzaken. Nooit wil ik dat onze samenleving lam wordt gelegd. Landgenoten, als u straks in uw supermarkt uw boodschappen doet, doe dat met opgeheven hoofd, wandel met trots door onze straten en toon hen dat je hun aanslagen niet vreest. Maar blijf niet thuis. Enkel onze trots kan hen bedwingen, niet onze schrik."
Net op dat mijmerende moment komt de stewardess mij mijn maaltijd brengen. En hé, wat zie ik daar naast mijn bord liggen? Jawel, een vlijmscherp steakmes ...