Eindzeges Tour de Ski voor Diggins en Amundsen na monsterklim, Vermeulen 4e in slotetappe

In het Italiaanse Val di Fiemme is zondagmiddag de Tour de Ski tot een ontknoping gekomen. De zevende en laatste etappe voerde het peloton de machtige en vooral bizar zware Alpe Cermis op, wat zoals elk jaar weer een enorm slagveld opleverde.

Vrouwen
Zoals te verwachten viel bleef het veld grotendeels bij elkaar tot het begin van de slotklim, een paar kilometer voor de finish. Op die klim voerde de Noorse Heidi Weng het tempo op, als sterk klimmer wilde zij vanaf plek zes in het klassement een gooi doen naar het podium. Ze kreeg de Amerikaanse klimspecialist Sophia Laukli met zich mee, terwijl de andere grote specialist, de Française Delphine Claudel, het niet bij kon benen.

Weng en Laukli sloegen een fors gat en met de finish langzamerhand in zicht sloeg Laukli op indrukwekkende wijze toe. Ze liet Weng achter en 'sprintte' naar haar eerste World Cup-zege, als vijfde Amerikaanse vrouw ooit. Weng kwam op 17 seconden binnen, Claudel werkte zich nog naar de derde plek op 37 seconden van Laukli, voor de Finse Kerttu Niskanen, de indrukwekkende Patricija Eiduka uit Letland en de Amerikaanse Jessie Diggins.

Diggins mocht een ruime minuut verliezen op Weng, maar hield de schade keurig beperkt tot iets meer dan een halve minuut en pakte zo na 2021 voor de tweede keer de eindzege in de Tour de Ski. Niskanen steeg van de vierde plek naar plek drie, doordat de Zweedse titelverdedigster Frida Karlsson het op de slotklim niet meer vol kon houden, zij moest genoegen nemen met de vierde plek.

Mannen
Wat de eindzege betreft was het bij de mannen niet zo spannend: de Noor Harald Østberg Amundsen moest zorgen dat hij niet totaal in elkaar stortte en dan zou zijn eerste Tourzege een feit zijn, zo geschiedde. Amundsen zat zelfs geruime tijd in de kopgroep van vijf, met verder de Duitse klimgeit Friedrich Moch, de sterke Franse klimmers Jules Lapierre en Hugo Lapalus én de Nederlands-Oostenrijkse kilometervreter Mika Vermeulen, onder wiens tempo de kopgroep zelfs ontstond.

Vermeulen moest het verschroeiende tempo van met name Moch en Lapierre laten gaan, net als Amundsen en Lapalus, maar kwam wel op een bijzonder indrukwekkende vierde plek over de meet, voor eindwinnaar Amundsen. Voorin moest Moch het hoofd buigen voor Lapierre, die zijn eerste World Cup-zege boekte. Voor hem én Moch was het ook het tweede World Cup-podium, beiden werden op de Alpe Cermis al eens derde. Lapalus eindigde dit keer als derde.

In het eindklassement ging de winst dus naar Amundsen, maar Moch steeg van de vijfde plek nog naar plek twee. Hij begon met dezelfde tijd als Lapalus en de Fransman ging ook voorbij de Noor Martin Løwstrøm Nyenget naar plek drie, waardoor het podium flink werd opgeschud.