Jeugddetentie, werkstraf en therapie voor jongen(14) na aanslag met vuurwerkbom

Een 14-jarige jongen uit Oss is veroordeeld voor het gooien van een vuurwerkbom in een winkel waar diverse personen aanwezig waren. Hij krijgt een grotendeels voorwaardelijke jeugddetentie, een werkstraf en moet zich verplicht ambulant laten behandelen.

De verdachte verklaarde dat hij ruzie had met een aantal personen en dacht in november 2022 één van hen een winkel in Oss binnen te zien gaan. Hij pakte daarop een zelfgemaakte vuurwerkbom (3 aan elkaar geplakte Cobra 6'en) uit zijn zak, stak die aan en gooide het vuurwerk de winkel binnen. Er waren op dat moment 3 personen aanwezig. Eén van de slachtoffers zou permanente gehoorschade en een pijnlijke kaak aan de aanslag hebben overgehouden. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat dit letsel door het ontplofte vuurwerk is veroorzaakt. Wel is zeker dat de winkel flink beschadigd raakte: onder meer een ruit, schap, vitrine, tegels en een vriezer waren vernield.

De aanleiding voor het incident was volgens de verdachte een ruzie. Hij wil echter niet zeggen waar de ruzie over ging. Wel verklaarde de verdachte dat zijn actie volgens hem de enige reactie was die op die ruzie kon en moest volgen. De rechtbank heeft grote zorgen bij deze gedachtegang en de gekozen uitvoering. De verdachte gooide de vuurwerkbom namelijk zonder te kijken de winkel binnen. Nadat hij dit had gedaan, moet hij hebben gezien dat het vuurwerk in de richting viel van iemand die niks met zijn ruzie te maken had. In plaats van te waarschuwen, pakte de verdachte zijn mobiele telefoon en begon hij te filmen. Na de ontploffing rende hij weg.

Vergissing?
Ook baart het de rechtbank zorgen dat de verdachte tijdens de behandeling van zijn strafzaak en bij de politie niet het achterste van zijn tong liet zien. Zo is niet duidelijk geworden wat precies de aard van het conflict, als daar überhaupt sprake van was, is geweest. Ook blijft onduidelijk of de eigenaar van de winkel of één van de aanwezigen het doelwit was of dat er sprake was van een vergissing.

Bij het bepalen van de straf weegt verder onder meer mee dat de verdachte na het incident 3 maanden huisarrest heeft gehad en dat hij 3 dagen in voorlopige hechtenis zat. Al met al vindt de rechtbank het niet nodig dat de jongen terug naar de jeugdgevangenis gaat. Hij krijgt daarom 120 dagen jeugddetentie, waarvan 117 dagen voorwaardelijk. Daarnaast moet hij zich verplicht ambulant laten behandelen. Ook krijgt hij een werkstraf van 80 uur. Tot slot moet hij de slachtoffers schadevergoedingen betalen van in totaal ruim 8.000 euro.