Hudson's Bay moet vestigingen in Amsterdam en Breda na 1 januari 2020 openhouden

Hudson’s Bay heeft in september 2019 aangekondigd haar vestigingen in Nederland, die verliesgevend zijn, te sluiten. Hudson’s Bay had zich in de huurovereenkomst tegenover de verhuurder van haar vestigingen in de Kalverpassage te Amsterdam en de Barones te Breda verplicht om deze winkels in ieder geval tot 31 augustus 2022 respectievelijk 2021 te blijven exploiteren. Hudson’s Bay wordt nu door de rechter gedwongen dat ook daadwerkelijk te doen.

Kort geding
De verhuurder van deze vestigingen heeft in kort geding onder meer gevorderd dat Hudson’s Bay op straffe van een dwangsom wordt veroordeeld daadwerkelijk tot de genoemde einddata de exploitatie voort te zetten. De kantonrechter heeft die vordering bij vonnis van 5 november 2019 toegewezen en het gerechtshof Amsterdam heeft dat vonnis op 26 november 2019 bekrachtigd.

Geen overleg
Het hof heeft overwogen dat niet alleen de verhuurder maar ook de andere winkeliers in de beide winkelcentra er groot belang bij hebben dat de winkels open blijven om de toeloop in de winkelcentra te handhaven. Het hof rekent Hudson’s Bay aan dat zij geen overleg met haar verhuurder heeft gevoerd, terwijl daarop in een eerder vonnis uit mei 2019 al door de kantonrechter was aangedrongen. Hudson’s Bay heeft hiervoor geen goede verklaring gegeven.

Verhuurder niet betrokken bij regeling
Hudson’s Bay heeft weliswaar inmiddels met andere partijen, waaronder werknemers, een regeling getroffen, maar zij had de verhuurder daarbij moeten betrekken. Dat door deze veroordeling tot exploitatie het akkoord met die andere partijen niet kan worden nagekomen is volgens het hof door Hudson’s Bay niet aannemelijk gemaakt.