Huisartsen willen onderzoek naar zaak Tuitjenhorn

Beroepsvereniging VPHuisartsen wil een onafhankelijk onderzoek naar de wijze waarop de zaak is aangepakt tegen de huisarts uit Tuitjenhorn die zelfmoord heeft gepleegd. Dat stelt de vereniging van praktijkhoudende huisartsen zaterdag in een verklaring.

Het onderzoek moet door minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD) worden ingesteld en extern worden uitgevoerd. Het moet zich richten op de aanpak van het Academisch Medisch Centrum (AMC), de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en het Openbaar Ministerie.

De zaak kwam destijds aan het rollen nadat een coassistent van het AMC, die meeliep bij de huisarts, aan de bel trok bij het ziekenhuis. Uit later door de IGZ bekendgemaakte informatie bleek dat de huisarts, die op non-actief was gesteld na de dood van een terminaal zieke patiënt, die patiënt honderd keer de reguliere dosis morfine had gegeven.

Ook kreeg de patiënt ruim twintig keer de normale dosis van het slaapmiddel dormicum toegediend. De huisarts had de patiënt onvoldoende onderzocht voor hij de dodelijke dosis toediende. Ook gaf hij geen uitleg over zijn plannen aan de patiënt, zijn echtgenote of de aanwezige thuiszorgmedewerker. Tegen de huisarts liep ook een strafrechtelijk onderzoek, dat na zijn dood werd gestaakt.

De huisartsenvereniging wil weten waarom het AMC zonder hoor en wederhoor de huisarts aangaf bij de IGZ. Ook moet duidelijk worden waarom de IGZ direct het OM inschakelde, in plaats van eerst naar de huisarts te stappen.

De huisartsenvereniging vraagt zich verder af of het OM zich 'voldoende rekenschap heeft gegeven van de risico's van haar optreden tegenover een uiterst kwetsbare huisarts'. Sinds het eerste verhoor van het OM was de man suïcidaal. "We vinden dat de keuzes die AMC, IGZ en OM hebben gemaakt moeten worden verantwoord. Het gaat om transparantie en toetsbaarheid, net zoals dat van artsen wordt geëist'', aldus een woordvoerder van de vereniging.

Volgens VPHuisartsen is overigens de vraag nog niet beantwoord hoever een behandelend arts in acute noodsituaties mag afwijken van de richtlijnen voor de zorg rond het levenseinde, zonder het risico te lopen met de IGZ of het OM te maken te krijgen."Zowel voor de samenleving als voor huisartsen en andere zorgverleners is een helder antwoord van groot belang voor een veilige en verantwoorde zorgpraktijk", aldus de vereniging.