'Aantal seksueel uitgebuite kinderen onderschat'

De Nederlandse overheid onderschat het aantal kinderen dat seksueel wordt uitgebuit. Dat komt doordat Bureau Jeugdzorg en voogdij-instelling Nidos de slachtoffers zelden melden bij het Coördinatiecentrum Mensenhandel. Dat blijkt volgens de Volkskrant uit een groot onderzoek van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Corinne Dettmeijer.

De politie, marechaussee en de Inspectie SZW zouden hun meldplicht ook niet altijd nakomen. Verder speelt mee dat alleen de leeftijd op het moment dat een slachtoffer hulp zoekt wordt geregistreerd, en niet de leeftijd op het moment dat de seksuele uitbuiting begon. Daar kunnen jaren tussen zitten.

"Als alle instanties correct zouden registreren, wordt het probleem van minderjarigen veel groter dan we nu aannemen", zegt Dettmeijer in de krant. Ze noemt het schokkend loverboys niet effectief worden bestreden, terwijl allang bekend is dat er loverboys zijn die meisjes de prostitutie in proberen te krijgen. Scholen zouden meer aan preventie moeten doen.

Het onderzoek richtte zich op daders en slachtoffers van mensenhandel in de afgelopen vijf jaar. Van de ruim twaalfhonderd bekende slachtoffers was zestien procent minderjarig. Van hen had 59 procent de Nederlandse nationaliteit. Meestal zijn zij het slachtoffer van loverboys.

Een aanzienlijk deel van de 452 geregistreerde slachtoffers tussen de 18 en 23 jaar was volgens Dettmeijer minderjarig toen de uitbuiting begon. Omdat de aard, duur en plaats van de uitbuiting niet wordt geregistreerd, is er volgens haar te weinig inzicht in het probleem. Als de route waarlangs mensenhandel verloopt in beeld komt, kan het opsporingsbeleid volgens haar daarop worden aangepast.

Verder is het tekort aan opvangplaatsen voor slachtoffers volgens Dettmeijer nijpender dan minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) in een Kamerbrief doet vermoeden. De behoefte aan opvangplaatsen steeg vorig jaar van 225 naar 280, maar zoveel plaatsen zouden er niet zijn. Voor 119 slachtoffers moest vorig jaar iets worden geïmproviseerd.