Meer dan 400.000 Israëliërs de straat op

Meer dan vierhonderdduizend Israëliërs zijn zaterdagavond de straat op gegaan om te demonstreren tegen de hoge kosten voor levensonderhoud en tegen de woningcrisis. Het was een van de grootste demonstraties in de geschiedenis van Israël. Eerdere grote demonstraties werden bovendien gehouden vanwege politieke kwesties, als de vredesonderhandelingen in het Midden-Oosten, en niet zozeer vanwege sociale zaken, zoals nu.

In Tel Aviv waren meer dan driehonderdduizend mensen op de been en in andere steden, zoals Jeruzalem en Haifa, samen meer dan honderdduizend, aldus Israëlische media. Al twee maanden wordt er gedemonstreerd en wat begon met een paar tentjes in Tel Aviv is uitgegroeid tot de grootste binnenlandse crisis voor de regering van premier Benjamin Netanyahu. De protestbeweging, met als leuze 'Het volk wil sociale rechtvaardigheid', heeft de afgelopen twee maanden elke week duizenden mensen de straat op gekregen. Protestleider Itzik Shmuli noemde de bijeenkomst een historisch moment.

"De nieuwe Israëliërs hebben een droom en die is erg eenvoudig: we willen ons bestaan in Israël opbouwen", schreeuwde Shmuli. "We zullen niet met dit protest stoppen totdat jij, minister-president, met echte oplossingen komt!"

Als reactie op de protesten heeft premier Netanyahu een commissie ingesteld die met de eisen aan de slag gaat, maar de demonstranten, een losse groep studenten, activisten en boze jongeren, hebben voorstellen tot hervormingen verworpen en zeggen door te zullen gaan met de protesten.

Statistieken tonen aan dat er in Israël meer en meer armoede is en dat rijkdom met name in handen is van een handvol tycoons. Vooral de middenklasse wordt hard geraakt, door hoge belastingen en salarissen die niet in de pas lopen met de hoge prijzen voor onder meer levensmiddelen.


Meer dan 400.000 Israëliërs de straat op (Foto: Novum)