Jaarlijks 800 keer aangifte kindermishandeling

Jaarlijks wordt ruim achthonderd keer aangifte gedaan van kindermishandeling. Een op de drie aangiftes leidt tot een veroordeling. Dat blijkt uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het is voor het eerst dat de aangiftes van kindermishandeling op deze manier in kaart zijn gebracht.

In de helft van de gevallen gaat het over fysieke kindermishandeling. Bij ongeveer een op de drie gevallen gaat het om seksueel misbruik en de overige aangiften hebben betrekking op emotionele verwaarlozing of mishandeling van een ouder voor de ogen van het kind.

In bijna de helft van de gevallen doet het kind zelf aangifte, in veertig procent van de gevallen een van de ouders naar de politie. Zeven procent van de aangiften is gedaan door een professionele instantie als de Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg of het Advies en Meldpunt Kindermishandeling.

Met het onderzoek is volgens het ministerie van Veiligheid en Justitie voor het eerst duidelijk gemaakt hoe vaak en op welke manier het strafrecht wordt ingezet in gevallen van kindermishandeling. Seksueel misbruik blijkt in het algemeen met een langere celstraf te worden bestraft dan fysieke kindermishandeling en verwaarlozing. Bij fysieke kindermishandeling en verwaarlozing wordt vaker een werkstraf opgelegd.