Bloedbad in Congo, nu pas gemeld

Afgelopen december zijn zeker 320 mensen in de Makombo-regio in het Noordoosten van Congo afgeslacht door opstandelingen van het Verzetsleger van de Heer. Dat meldde Human Rights Watch (HRW) gisteren.

De rebellen hielden een vier dagen durende stroop- en moordtocht door tien dorpen in de Makombo-regio in de provincie Haut Uele, waarbij ze 250 mensen ontvoerden en afslachtten. Onder de slachtoffers waren zeker 80 kinderen.

"Het Makombo-bloedbad is een van de ergste daden van het Verzetsleger in zijn bloedige 23-jarige bestaan", aldus een onderzoekster van HRW. "De strooptocht laat zien dat de opstandelingen nog altijd een ernstige bedreiging vormen voor de bevolking en geen tanende groep strijders is, zoals de Ugandese en Congolese regeringen beweren."

HRW zegt dat dit bericht nu pas naar buiten komt omdat het een afgelegen, onherbergzaam gebied is met zeer beperkte communicatiemogelijkheden. Iemand uit het gebied moest eerst 60 kilometer fietsen voordat hij een telefoon had gevonden om de VN op de hoogte te stellen. Volgens VN medewerkers heeft dat het onderzoek erg bemoeilijkt en vertraagd.