Meer long- dan borstkankerdoden bij vrouwen

Voor het eerst zijn er in een jaar minder vrouwen doodgegaan aan borstkanker dan aan longkanker. Het aantal sterftegevallen door borstkanker daalde vorig jaar verder en kwam uit op 3180 tegen 3384 vrouwen die overleden aan longkanker, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag. Een jaar eerder stierven 3335 vrouwen aan borstkanker en 3172 aan longkanker.

Het risico om te overlijden aan borstkanker daalde de afgelopen tien jaar met ruim een kwart. Die kans daalde het sterkst onder vrouwen tussen de 70 en 80 jaar, stelt het CBS. Vooral het landelijk bevolkingsonderzoek naar borstkanker droeg daaraan bij. In 1990 startte dit onderzoek, in eerste instantie gericht op vrouwen tussen de 50 en 70 jaar. Acht jaar later werd het uitgebreid naar vrouwen tot en met 75 jaar.

Borstkanker blijft de belangrijkste doodsoorzaak onder vrouwen tussen de 30 en 50 jaar: één op de 6 overlijdt aan deze ziekte. In Nederland gaan in vergelijking met andere Europese landen de meeste vrouwen dood aan borstkanker. Het CBS vermoedt dat dit onder meer samenhangt met de hoge leeftijd waarop Nederlandse vrouwen hun eerste kind baren en het relatief lage percentage onder hen dat borstvoeding geeft.

In Nederland sterven bijna 30 op de 100.000 vrouwen aan borstkanker, in Spanje zijn dat er zo'n 18. Spanje is daarmee het Europese land met het minste aantal dodelijke slachtoffers door deze vorm van kanker. Turkije en Marokko zitten daar nog onder met ongeveer 15 doden. Vooral de eerste generatie, geboren in het buitenland, loopt weinig risico.

Het aantal vrouwen dat sterft aan longkanker blijft stijgen. Gingen in 2000 nog 2.262 vrouwen dood aan deze ziekte, vorig jaar waren dat er 3.384. Dat komt vooral doordat vrouwen meer zijn gaan roken en bovendien gevoeliger blijken voor longkanker dan mannen. Onder mannen daalt het aantal doden juist.