Moslimlanden willen Wilders voor de rechter zien

Nederland moet PVV-leider Geert Wilders vervolgen wegens zijn anti-Koranfilm Fitna. De moslimlanden van de VN-mensenrechtenraad zeggen dat Wilders aanzet tot haat jegens moslims over de gehele wereld.

Onder aanvoering van Pakistan pleiten de isamitische landen vandaag voor juridische maatregelen tegen Wilders. “Ondanks een indrukwekkend aantal wetten en de uitgebreide plannen om racisme en xenofobie tegen te gaan, hebben recente acties van individuen om aan te zetten tot racisme en religieuze intolerantie de moslimwereld geschokt”, aldus de Pakistaanse ambassadeur Masood Khan tegen de VN-mensenrechtenraad die vandaag bijeen is in Genève. Khan noemde het knip- en plakwerk van Wilders ''een lasterlijke documentaire die slechts bedoeld is moslims te demoniseren en de boodschap van de Koran te verdraaien.''

Onder aanvoering van Iran en Pakistan roepen de moslimlanden Nederland op om de strijd aan te binden tegen de opkomende ‘''islamofobie'' en discriminatie van immigranten in ons land.

Pakistan, Saudi-Arabië, Indonesië en andere leden van de raad zeiden dat Nederland wetten moet aannemen die godsdienstlaster strafbaar stellen. Egypte had kritiek op de uitspraak van een Nederlandse rechter dat Wilders als parlementslid het recht heeft kritiek te spuien op de radicale islam en de koran. Volgens Egypte kan de uitspraak een teken zijn ''dat de Nederlandse rechtspraak geen voeling meer heeft met de betreffende internationale en regionale verplichtingen en jurisprudentie op het gebied van mensenrechten.''

Namens ons land was staatssecretaris Albayrak aanwezig. Zij herhaalde nog maar eens het standpunt van de regering dat die Wilders’ zijn visie op de islam niet deelt. “Het tegengaan van vooroordelen en het respecteren van de vrijheid van godsdienst zijn de hoofdthema’s van ons integratiebeleid”, aldus de PvdA-bewindsvrouw. 

Ze zei tegen de VN-raad dat Justitie de film nog onderzoekt op strafbare feiten. Ook zei ze dat Nederlandse moslims achter de vrijheid van meningsuiting als grondrecht in de Nederlandse samenleving staan. 

Nederland behoort tot de eerste zestien landen die tijdens de twee weken durende bijeenkomst van de raad op hun mensenrechten worden beoordeeld.