Kinderartsen luiden noodklok over hielprik
De invoering op 1 januari 2007 van de nieuwe hielprik waarmee meer aandoeningen bij baby's kunnen worden opgespoord, is niet voldoende voorbereid. De Landelijke Vereniging Entadministraties (LVE), heeft dat maandag geschreven in een brandbrief aan het ministerie van Volksgezondheid.Dat heeft een woordvoerster van de Entadministratie Noord-Holland en Utrecht gezegd. Zij bevestigde een verhaal van die strekking in het AD.
Volgens de LVE moeten ouders al tijdens de zwangerschap zijn voorgelicht over de nieuwe hielprik. Dat is niet gebeurd. Ook blijkt uit een inventarisatie die de LVE hield bij academische ziekenhuizen dat die niet garant kunnen staan voor de opvang van de extra baby's die moeten worden opgenomen. Dat zijn er ongeveer achthonderd per jaar, verwacht de vereniging.
Verantwoordelijkheid
De LVE draagt zorg voor de uitvoering van de hielprik, maar wenst onder de huidige omstandigheden die verantwoordelijkheid niet op zich te nemen, aldus de zegsvrouw. De vereniging vindt dat zowel het voortraject - de voorlichting - als het natraject - de zorg in ziekenhuizen - niet in orde is, en verwacht niet dat daar voor 1 januari verandering in komt.
Met de hielprik kunnen bepaalde stofwisselingsziektes in een vroeg stadium worden vastgesteld. Het gaat om aandoeningen die mits tijdig opgespoord vrij eenvoudig te behandelen zijn. Maar kinderen die worden doorverwezen naar een ziekenhuis, komen terecht in een langdurig diagnostisch traject, en daar moeten de universitaire hospitaals wel voor toegerust zijn, aldus de LVE.
