Survival of the fittest

“Jarig! 21 jaar, dus nu eindelijk officieel volwassen en financieel onafhankelijk!” Ja, u leest het goed: financieel onafhankelijk. Dat dacht iemand die ik kende afgelopen week automatisch te zijn geworden op haar 21e verjaardaag. Crisis? Recessie? Nee joh, niks daarvan, financieel onafhankelijk, niks aan het handje. Aan de ene kant vond ik het grappig toen ik het las op Twitter, maar aan de andere kant: ik kan me zo ergeren aan dergelijke domheid.

Mij werd afgelopen week gevraagd of ik me de laatste tijd nog had geërgerd. Ik wist helemaal niet dat ik daar blijkbaar een beetje om bekend stond en ik kreeg even het gevoel alsof ik Jan Mulder was. Maar Jan Mulder laat in zijn maandelijkse rubriek in De Wereld Draait Door doorgaans zien zich te ergeren aan maatschappelijke misstanden of taalfouten. Ik erger me daarentegen aan veel kleinere zaken. Maar wel minstens zo erg, en minstens zo vaak.

Zo gebeurt het nog wel eens dat ik in de kroeg een biertje krijg, maar dat het viltje door de barvrouw of -man op de kop wordt neergelegd. En het glas wordt zo neergezet dat het logo niet naar mij gericht staat. Daar erger ik me aan. Het viltje dat op de kop ligt, dat is een ergernis richting de barvrouw of -man. Het bierglas dat niet goed staat, daar moet ik eerlijk in zijn, dat is meer een ergernis richting mezelf: ik erger me eraan dat ik er niet tegen kan dat het glas niet goed staat. Oké, eigenlijk geldt hetzelfde voor dat viltje: dat ligt ook gewoon aan mijn brein.

Daarnaast denk ik dat ik altijd gelijk heb. Nee, sterker nog, ik vind dat ik altijd gelijk heb. Ik weet veel en kan me vaak niet voorstellen dat een ander ergens heel anders over denkt. Zelfs na het noemen van mijn logica zijn ze niet overtuigd. Dat slaat natuurlijk nergens op. Afgelopen zondag werd ik bevestigd in mijn gedachte, mijn mening, dat ik altijd gelijk heb. Bij de pubquiz ging het nog tussen twee teams voor een rondje gratis drinken, en ik wilde het team dat naast ons zat wel even helpen.

Ze hadden zelf geen idee wat te antwoorden, dus mijn suggestie voor het Nederlands record op de 1500 meter schaatsen voor mannen had ze bier opgeleverd. Eigenwijs als ze waren hebben ze niet geluisterd en dus verloren ze. Ook weer zo’n ergernis die ik aan de ene kant wel grappig vond, maar aan de andere kant was het natuurlijk pure domheid van hun kant.

Maar het allerergste is toch het aan jezelf ergeren voor iets wat je onbewust doet of zegt. Ik was vorige week met een paar anderen in het ziekenhuis, op bezoek op de afdeling voor kankerpatiënten. In de kamer waar we zaten lagen vier ernstig zieke mensen en ik presteerde het om -in een volstrekt andere context dan de ziekte overigens- de term ‘survival of the fittest’ te gebruiken. Gelukkig pikte niemand de ongekend foute opmerking op. Hun ergernis werd me bespaard.