Zij houdt van hem, hij niet van haar

Elke keer als ze binnenkomt dan hoopt ze dat hij er ook zal zijn. Ze kijkt meteen zoekend rond, met in haar ogen een vragende blik. Als hij die dag niet blijkt te komen, dan voelt ze zich teleurgesteld en vraagt ze steeds wanneer hij weer komt. Maar als hij er wél is, begint ze helemaal te stralen.

Elke keer als hij binnenkomt dan hoopt hij dat zij er niet zal zijn. Hij kijkt zoekend rond met een angstige blik in zijn ogen. Als zij die dag niet blijkt te komen, dan voelt hij zich enorm opgelucht. Een last van zijn schouders. Maar als zij er wél is, dan komt er een chagrijnige trek om zijn mond. Ze is een blok aan zijn been.

Floortje. Een grappig meisje. Niet heel mooi of zo, maar bijdehand, eigenwijs en ze weet precies wat ze wil. Ze wil Mike. Mike is haar grote held, haar beste vriend, en ze is stapelgek op hem. Ze negeert al zijn signalen, want hij wil niks van haar weten. Daar trekt ze zich niks van aan. Ze volgt hem als een stalker en ook als ze keer op keer door hem wordt afgewezen neemt ze haar verlies dapper. Thuis praat ze alleen nog maar over Mike, en dat ze hem graag wil uitnodigen bij haar thuis. Ook zou ze het geweldig vinden als hij met haar mee zou gaan op vakantie. Mike vindt het doodvermoeiend.

Mike. Een stoere jongen, slim, en adembenemend mooi met zijn zwarte krullen en zijn matbruine huid. Het resultaat van een Surinaamse vader en een Nederlandse moeder. Hij weet zich populair bij zijn vrienden. Stoere dingen, daar houdt hij van. En meisjes passen niet in dat beeld. Nog niet.

Vandaag zijn ze er allebei. Mike is er als eerste. Hij kijkt rond met zijn grote bruine ogen en begint breed te grijnzen als hij zijn vriend Lars ziet. Luidruchtig begroeten de jongens elkaar en ze hebben het meteen over hun favoriete onderwerp: auto’s. Dan komt Floortje binnen. Haar pientere ogen beginnen te stralen zodra ze hem ziet en ze gunt zich niet eens de tijd om haar jas uit te trekken. Subtiliteit is niet een woord dat bij haar past. Ze is eerder een soort stier in een porseleinkast.

“Hoi Mike, ik ben er ook weer!” roept ze enthousiast, en ze wil haar armen al om zijn nek slaan, maar hij weert het af. Vlug zoekt hij een andere plek in de ruimte op om daar verder te kletsen met zijn vrienden. Maar zo gemakkelijk komt hij niet van haar af.
 
“Ik vind jou zo lief, Mike.” Doordat hij snel zijn hoofd wegtrekt belandt de kus ergens bij zijn oor. Driftig veegt hij over de plek waar hij zojuist gezoend is.
“Ga weg,” zegt hij kwaad, en gaat zelf maar weer op de loop.
Floortje loopt achter hem aan en probeert haar grootste troef uit te spelen. “Ik ben bijna jarig, Mike!” roept ze. “En dan mag jij ook komen!”
Schuw kijkt hij even om zich heen. Is er niemand die zijn sociaal onverantwoorde antwoord kan horen? Mooi zo. “Ik kom toch niet,” zegt hij met een boze blik in zijn ogen. Even betrekt het gezicht van Floortje. Maar dan klaart het weer op. “Ik neem als ik jarig ben cadeautjes mee. Ook voor jou!” 

Nu zal Mike wel reageren. Maar hij kijkt niet eens meer naar haar. Teleurgesteld druipt ze af.

Tijdens de lunch doet Floortje haar uiterste best om naast Mike te kunnen zitten. Mike doet zijn uiterste best om zo ver mogelijk bij haar vandaan tussen zijn vrienden te zitten. Aan tafel voert zij het hoogste woord, en stelt hem allerlei belangstellende vragen. Hij doet net of hij niks hoort.

Heb ik het hier over volwassen mensen? Nee hoor.
Heb ik het hier over pubers? Welnee.
Dit waargebeurde verhaal speelt zich af op het kinderdagverblijf waar ik werk. En ik heb het dus over twee peuters van 3.

Zij is stapelgek op hem. Dat vertellen haar ouders mij ook regelmatig met een vertederde glimlach. Floortje raakt niet over hem uitgepraat, hij is haar grote held.

Mike praat thuis nooit over Floortje. Hij praat over zijn vriendjes en over autootjes en over het buiten spelen. Als zijn ouders wel eens vragen naar Floortje, dan zegt hij simpelweg dat hij haar stom vindt. Zijn ouders vragen mij wel eens bezorgd wat ik daar nou van vind.

Jarenlang heb ik op een basisschool gewerkt en dan voornamelijk in groep 8. Daar had ik veel te maken met verkering, liefdesverdriet en onbeantwoorde liefdes. Dat is ook wel inherent aan de leeftijdsgroep waarmee je dan te maken hebt. Ik heb veel gelezen over groepsdynamiek, peergroup, enzovoort.
Toen ik op een kinderdagverblijf ging werken verwachtte ik min of meer peuters die last zouden hebben van de zogenaamde peuterpuberteit, de zogenaamde nee-fase, maar ik had niet verwacht dat ik met liefdesperikelen te maken zou krijgen!

Het is zó grappig, om in een groep van twee- en driejarigen al te kunnen zien, wie de leiders zijn en wie de volgers; wie de bedenkers zijn en wie de uitvoerders.
Kinderen die je met een goed gevoel door laat stromen naar het basisonderwijs; de kinderen waar je je zorgen om hebt.

Toen ik op de basisschool werkte heb ik regelmatig gesprekken gevoerd met meisjes waarvan het hart voor het eerst in puin lag. In die zin is mijn werk op het kinderdagverblijf wel iets eenvoudiger. Als Floortje een vraag aan Mike stelt, dan vind ik minimaal dat Mike die vraag dient te beantwoorden. Dat is gewoon fatsoenlijk en normaal. Maar ik kan ook rustig tegen Floortje zeggen, dat ze Mike nou maar eens een poosje met rust moet laten.
“Mike gaat nou lekker even fietsen met Lars, en jij gaat maar eens samen met Sanne een mooie taart in de zandbak maken!”

Op deze leeftijd kun je als volwassene nog een hoop doen aan afleiden en bijsturen.
Toch hoop ik voor de toekomst dat het hartje van Floortje heel mag blijven en dat Mike geen hartenbreker zal gaan worden!