Beleving

STOP!!
Niet verder lezen als u wilt weten hoe uw sportbeleving eigenlijk is!
Wanneer u toch doorleest kunt u zich af en toe misschien de vraag stellen: ‘wat voor soort sporter ben ik eigenlijk?’ En: ‘Hoe is mijn beleving dan wel?’
Op het einde van deze column verklap ik dan nog een geheimpje over úw sportbeleving.

Over sportbeleving kun je eindeloos discussiëren maar voor een pure discussie moet je eerst een splitsing maken in actieve sportbeoefenaars en passieve (sporters). Enkele voorbeelden van soorten sporters en hun sportbeleving:

* Passieve sport(beoefenaars) liggen bedolven onder een laag chips, nootjes en bier op de bank en nagenoeg de enige sport die zij beoefenen is de zapvingeroefening. Soms verheffen zij hun stem wel eens en roepen dan iets in de trant van: ‘Schat, haal je me nog een pijpje pils uit de koelkast?’ Als dan ook nog de afstandsbediening uit hun handen valt, dienen zij helemaal voorover te buigen en te bukken om het apparaatje op te rapen. Onnodig te zeggen dat dit voor hen oneindig veel energie kost en zij daarna moedeloos verzuchten dat ‘dit toch wel meer dan genoeg beweging voor vandaag was.’
Er schijnt overigens zelfs nog een groep zéér passieve sporters te zijn. De verschillen met de passieve sporters zijn deze: Zij laten moeder de vrouw zappen en tevens hun gevallen afstandsbediening oprapen. In de frase van het pijpje pils kun je het pijpje vervangen door meerdere pijpjes. Daarna kunnen zij geen boeh of bah meer zeggen.
We noemen deze groepen wel eens gekscherend ‘de kijk, drink en zapsporter.’

* De iets actievere atleet vindt dat zijn bank toch wel ver begint door te zakken en wil iets aan het sinds jaar en dag gekweekte buikje doen. Hij koopt derhalve een Nintendo Wii en slaat gretig aan het stappen en steppen op het apparaat. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat er niet té vermoeiende spelletjes worden gekozen; men dient namelijk niet overvoerd te worden met lichamelijke oefening. Met tien minuten per week zijn zij snel tevreden. Georganiseerde sport is voor hen echter nog net te hoog gegrepen want dan leggen zij een tijdstip vast wanneer zij móeten sporten. Dit kan natuurlijk niet, net zoals de dolle Mina’s baas in eigen buik wilden zijn, willen zij baas over hun eigen sport blijven. Hierbij kan ik nog toevoegen dat de wekelijkse tien minuten er dan ook nog wel eens bij inschieten.

* De actieve sporter neemt de moeite een club te zoeken waar coaches, trainers, personal begeleiders en instructeurs hem uitleggen wat te doen. Met zijn allen in een groep is dit net uit te houden ergo: ‘Ik lijd maar mijn sportmaatjes ook’ en ‘gedeeld leed is half leed.’ Samen zwoegen in de nobele takken van Steps, Pilates, Zumba en hoe alle varianten inmiddels ook mogen heten. We beginnen hier de eerste echte tekenen van “eerlijk zweet” te ontwaren.
Het voetbal en sommige andere teamsporten zijn ook dankbare clubs om iets met elkaar te doen. Vaders is op zondagochtend actief in het veteranenelftal van L.S.V.V. te Zuid-Scharwoude, drinkt hierna de hele middag een stevige pint in de kantine en is net op tijd voor de avondprak weer thuis om met het bord op schoot Studio Sport te kijken. Moeders heeft gelukkig iets meer tijd en gaat het liefst ergens op een doordeweekse ochtend aquajoggen. ‘Dan zien de andere moeders op school mijn lovehandles niet’ ,zo is haar gewiekste commentaar. Toch is er sprake van echte sportbeleving op die ochtendjes gezien het feit dat vaders des avonds moeders verkrampte rug, benen etcetera menig maal dient te masseren. Dat hierna vaak nog enige andere actieve (sport)handelingen worden verricht moge duidelijk zijn.

* De zeer actieve sportbeoefenaar doet als je het op de keper beschouwt eigenlijk veel te veel. Hij is zodanig geobsedeerd door sport dat hij het liefst, als hij mocht, zijn slaapzak mee  zou nemen naar de sportschool. Hij loopt ultramarathons en doet driedubbele triathlons, zwemt het kanaal onder water over en wielrent zeven maal rond het IJselmeer.
Zeer actieve sporters zijn vaak graatmagere skeletten die meer blaadjes sla verkauwen dan de tien konijnen van zijn dochter. De voeding is zo belangrijk dat er bakjes met bergen groenvoer, “gezonde” shakes, een handje dieetpillen en uitermate grof volkoren brood moeten worden genuttigd. Hun motto: ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’ ,ja ja…!

U ziet, verschillende soorten sporters hebben verschillende soorten van beleving. Heeft u trouwens al uitgevogeld in welke groep u thuishoort?
Maar serieus nu, ik zal u een voorbeeld van míjn sportbeleving geven.
Ik doe actief aan het edele spel squash en laatst was er op de club een toernooitje georganiseerd. Het was lekker druk en Marc, beheerder en zelf voormalig topsquasher, had bedacht dat iedereen vijf wedstrijdjes zou spelen. Zelf zou hij ook acte de presènce geven.
Nu ben ik bepaald géén topsquasher en bepaald ook geen twintiger meer maar mijn beleving is zodanig dat ik vol frisse moed het programma indook.
De eerste wedstrijd verlies je altijd omdat je dan aan een goede squasher wordt gekoppeld. Zij moeten tenslotte die ronde door en dienen niet uitgeschakeld te worden. Geeft ook niet want deze jongens laten je gewoon lekker spelen en geven je vaak nog wat handige tips mee (om thuis op te studeren). Met een goed gevoel stapte ik toch heftig zwetend van de baan af.
De volgende wedstrijd won ik en even ontbrandde de hoop in mij dat ik in het veld van tweeëndertig deelnemers wellicht een plek bij de eerste vijftien zou kunnen veroveren. Voorwaar zou dat voor mij in dit veld een bijzondere prestatie zijn daar ik al aangaf geen begenadigd supertalent te zijn.
De laatste drie potjes verloor ik echter maar het goede gevoel bleef toch overheersen omdat ik niet echt ‘afgeslacht’ werd. Er had meer in gezeten maar het was vaak nèt niet, u kent dat gevoel wel.
Mijn beleving is ook van dien aard dat ik andere potjes ook leuk vind om te kijken. De halve finale tussen Marc en de clubkampioen van Beverwijk was er een om in te lijsten en ik zat dan ook te watertanden van de fraaie rally’s die beide spelers in de ‘kooi’ voorschotelden.
De finale, die vooraf al bedacht was kwam derhalve ook uit. Marc had een squashmaatje uitgenodigd en dit was de nummer twee van Nederland, Piëdro.
Ik had inmiddels gedoucht en kon even ‘lekker aanzitten’ terwijl de twee squashgiganten hun wedstrijd speelden.
Beste lezers, ik was wel iets op squashgebied gewend maar wat deze heren tentoonspreidden was adembenemend. Jongens nog aan toe, dit was genieten met een giga G! Ik zou duizend maal wensen dat ik iets van de souplesse, de geraffineerdheid, uithoudingsvermogen en de snelheid van hen had. Het gevoel dat ze in mij losmaakten was overweldigend: bewondering, ontzag, geroerdheid, euforie; allerlei emoties bevoeren en beroerden mij.
Nadat Piëdro uiteindelijk toch met 3-0 aan het langste eind had getrokken bleef ik verdoofd nog even aan mijn stoel plakken. Dat sport zó mooi kan zijn!

Dus: sportbeleving is gevoel voor het spelletje, de hoeveelheid inzet die je betoont en de emotie die er loskomt bij beoefenen van en kijken naar de desbetreffende sport. Hieruit kun je dan ook concluderen dat zelfs de meest passieve sporter wel íets van beleving kan bezitten. Hij zal echter absoluut geen poot uitsteken om zelf een racket op te pakken of een voet tegen een bal te planten. Tevens zal de beleving af dan wel toenemen met het soort sport dat beoefend dan wel bekeken wordt. De een is lyrisch over zijn rol in het rolstoelbasketbalteam terwijl een ander slechts een klein brokje in de keel krijgt bij het aanschouwen van kanopolo.

Maar wat nu, heeft u stiekem toch verder gelezen? Voor die diehards verklap ik een geheimpje over passieve sporters. Tevens weet u dan helemaal in welke groep ú behoort.

‘Passieve sporters lezen altijd alleen maar sportcolumns!’