Homo Drulovicus

Mijn voorvaderen en voormoederen waren allemaal viezeriken. Stuk voor stuk. Dat is dan ook meteen hun enige overeenkomst, de vruchtbaarheid. Ja, die voorouders van mij hebben de nodige kaas gegeten van de bloemetjes en de bijtjes, oftewel de zaadjes en de eitjes. En dat is maar goed ook, want anders schreef ik dit nu niet.
Dat de Homo Erectus zich voortplantte is nauwelijks verrassend te noemen, maar dat er ook tussen de Homo Neanderthalensis, Homo Heidelbergensis, Homo Sapiens of weet ik veel wat voor andere Homo's, niet één afvallige in mijn familie zat, mag toch een klein wonder heten. Tegelijkertijd voelde ik echter ook een zware last op mijn schouders rusten toen ik me realiseerde dat geen van mijn ontelbare voorgangers heeft gefaald in zijn of haar levensdoel. Ik zou toch niet die ene loser zijn die miljoenen jaren evolutie naar de Filistijnen hielp?

Zoals het er nu naar uitziet niet. De loden last viel kort geleden na bijna 30 jaar van mijn vruchtbare schouders toen de zwangerschapstest een klein roze streepje liet zien, ten teken dat er binnenkort een nieuwe telg aan het geslacht zal worden toegevoegd. Als alles goed gaat natuurlijk. We houden de adem in.
Momenteel is het nieuwe speerpunt van de Homo Drulovicus twaalf weken moederkoek aan het smikkelen. In die tijd is er een wereld voor me open gegaan. Een wereld vol geheelonthouding, zwangerschapsmisselijkheid, verloskundigen, kinderopvang, zwangerschapshypnose en wat dies meer zij. In dat opzicht hadden mijn voorvaderen het toch een stuk eenvoudiger. Ik kan me tenminste nauwelijks voorstellen dat de oerdrulo's, nadat ze met bloedende impala's over de schouders van de jachtvelden terugkeerden, nog even met vrouwlief naar de cursus 'samen bevallen' togen. Of dat de cursus 'psychoprofylaxe' volle zalen trok in het pleistoceen.

Maar we leven nu eenmaal in 2009, en ik doe verwoede pogingen om met de tijd mee te gaan, dus ook rondom de zwangerschapsperikelen. Boeken, internet, ervaringsdeskundigen en niet te vergeten mijn vriendin leiden mij rond in de wondere wereld van de zwangerschap. Tot drie maanden geleden leefde ik in de veronderstelling dat Jezus Christus de enige verlosser was, dat de box muziekclips uitzendt op tv en dat er bij zwangerschapsgym tien dikke buiken tegen elkaar stonden te trefballen, maar inmiddels weet ik beter. De kennis groeit gestaag.

Vandaag was het tijd voor de echo. Nadat de aanstaande moeder me uitlegde dat niemand 'wie is de burgemeester van Wezel?' richting de buik zou brullen, in de hoop dat er 'ezel ezel' uit de baarmoeder zou weerklinken, maakten we ons op voor de eerste glimp van onze kleine spruit. Daarnaast is een echoscopie ook een erg belangrijk moment voor ouders in spe omdat er wordt vastgesteld of het mini-hartje klopt. Vereiste nummer één voor een leven buiten het vruchtwater. 
En kloppen deed het! Sterker nog, het ging als een razende tekeer. Heel voorzichtig durf ik iets geruster adem te halen. Mijn voorouders kunnen hetzelfde doen, hun werk is waarschijnlijk niet voor niets geweest. Want de rest klopt ook. Twee beentjes, twee armpjes, een blaas en een navelstreng. Amper 5 centimeter, maar nu al de mooiste van alle drulovic'en die ooit deze aardbol bevolkt hebben. Nog 28 weken vol met verzorgingskussens, draagzakken, zwangerschapsverlof en kraamhulp. Ik kan niet wachten om het kleine grote wonder in mijn armen te nemen.