Schandplek op de werkplek (6): THC

Ik werk in een kantoortuin. Mijn werkgever streeft immers naar een CO2-neutraal kantoor. Daarom vergoeden ze mijn benzine ook nauwelijks; ik krijg 78 euro per maand, terwijl het me twintig euro per dag kost om heen en weer te tuffen. "Neem de trein!" voegt men mij dan CO2 neutraal toe. "Dat vergoeden we wel!" Jajaja, maar dan duurt de reis heen twee uur en een kwartier, en terug ook. Vier en een half uur reistijd is me te gortig. Zo lekker is de koffie er nou ook weer niet.

Maar goed, alles voor het milieu, we hebben dus ook een kantoortuin. Ik vermoed dat er een bezuinigingsronde tussendoor is gekomen voordat het zuiverende groen afgeleverd kon worden, want er was tot voor kort in mijn kantoortuin geen blaadje, takje of bloemetje te ontdekken. Op dinsdagen, als er in de kantine Mexicaanse Bonensoep als standaardsoep wordt verkocht, hangt er in onze kantoortuin na enen een aanzienlijke methaanwalm; zouden we het raam openzetten, dan zou het meteen bloedheet worden buiten en dalen de huizenprijzen in de kustprovincies dramatisch wegens het acuut stijgen van de zeespiegel. En nog geen wandelende tak of verdroogde cactus in onze kantoortuin om dit te compenseren!

Zo gaat het met de meeste dingen bij ons op het instituut; er zijn wel veel plannen, er worden driftig beginnetjes gemaakt, maar al snel kalft het draagvlak af en stort men zich en masse op een nieuw speledingetje, dat ook al snel weer roemloos ten onder gaat. Na de kantoortuinen heb ik al de volgende initiatieven zien sneuvelen, de twee maanden dat ik nu in dienst ben: projectmatig werken, Vista, doelmatig inkopen, missie/visie/kernwaarden, interne klantvriendelijkheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen, winst maken.

Het kantoortuinenproject was dus in al zijn afgeblazenheid helemaal niet bijzonder. Maar nu dacht ik toch dat het genoeg was geweest! Actie was vereist, en wel onmiddellijk, en wel door mij persoonlijk! Verbeter de wereld, en begin bij je eigen werkplek! Compenseer dat zinloze geloei van je ventilator in je pc omdat je weer zonodig dumpertfilmpjes moet bekijken. Compenseer dit zinloos pc-gebruik, eenvoudigweg door een zaadje te planten! Laat dat zaadje ontkiemen en uitgroeien tot een flinke boom van maatschappelijk bewustzijn! Hallelujah!

Begeisterd ging ik aan het werk. Ik vond een allerlaardigst stekje op Marktplaats, zij het dat het wat onooglijk bloeide, maar de bladeren hadden een geinig gekartelde vorm. Ook het feit dat het ging om een variant van de spermatopsida sprak me aan; mijn sperma is vast niet zo top meer sinds ik een vaste kantoorbaan heb. Thuis typ ik meestal in een afgekeurde sportbroek van mijn vriendin, of een lange onderbroek met grauwsluier en luchtgaten in het kruis; ik kuier bovendien regelmatig naar espressomachine en droppot. Dingen die ik mij in mijn kantoortuin allemaal niet kan permitteren. Daar staan mijn spermatozoïden de hele dag in een nauwe behuizing blootgesteld aan de bad vibes van Windows, geen daglicht, geen zuurstof, geen verkoeling... Dus een spermatop-plantje leek me een zinnige compensatie voor al dat leed.

Het kostte een lief duitje, maar daar bestaan declaratieformulieren voor. Nog niet was de envelop afgeleverd, of ik stortte het zaad uit in een pot vochtige aarde, precies zoals het bijgeleverde frommelige papiertje mij ried. Dierbaar gaf ik het potje zaad elke dag (nou ja, ik werk parttime, maar goed, zo vaak mogelijk) water. Al snel groeide een kiempje uit tot een forse plant.

Hij rook wat weeïig, maar ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat mijn vruchtbaarheid flink vooruit spoot. Dus de geur nam ik op de koop toe, zeker nu ik wist dat het broeikaseffect ook enorm snel aan het dalen was gegaan. Ik zag de ijsberen al voor me, elkaar in de armen vallend en rondedansjes maken, en maar jubelen van: 'Hoezee! De poolkap smelt bij nader inzien toch niet!' (Maar dit dan op zijn ijsbeers, wat ik niet machtig ben.)

Al snel moest ik verpotten. Wat vreemd was, was dat Hans, mijn leidinggevende, die ik eigenlijk nooit eerder aan mijn bureau had gehad, wat ik niet zo erg vond omdat ik goedbeschouwd de hele dag niet zo veel zinnige dingen doe en het hinderlijk vind als ik daarbij betrapt word - wat vreemd was was dat Hans nu opeens wel de hele tijd bij mij kwam buurten.

Hans leek een bijzondere belangstelling voor mijn CO2-compensatieproject te hebben. Ik legde hem uit dat ik voor mij zag hoe eerst onze verdieping en allengs het hele instituut deze plant zou stekken en planten en weer stekken en weer planten. Een soort Cake Herman, maar dan met mijn spermatopppertje. Maar Hans keek me ironisch aan, alsof hij dacht dat ik daarmee een grapje maakte.

Ik heb dat vaker trouwens, doe ik een bloedserieus voorstel, beginnen mensen zo halfjes te lachen. Alsof ze hopen dat ik het niet meen. Ik raak daar best onzeker van. Zo had ik tijdens de campagne Klantvriendelijkheidsbevordering voorgesteld, dat alle collega's met ten minste één klant een vriendschapsband moesten ontwikkelen; vriendelijk ben je immers vanzelf voor je vrienden. Ik had een powerpoint gemaakt, met slides als: Ga eens op verjaarsvisite. Stuur de kinderen Playmobil als ze overgaan naar het volgende leerjaar. Nodig je klant uit voor een avondje bowlen. Ik had deze tips geïllustreerd met plaatjes, die ik op Google Images had gevonden, van een bowlingbaan, Playmobil en een verjaardagstaart. Het zag er allemaal gelikt genoeg uit, maar mijn collega's zaten daar allemaal maar een beetje meesmuilend naar te koekeloeren... Alsof ze dachten dat ik mesjogge was geworden of altijd al geweest.

Kennelijk zag Hans toch wel de zinnigheid van sommige van mijn plannen in, want hij zat steeds vaker met zijn bil op mijn bureau. Soms knipte hij dan met een klein schaartje wat dingetjes uit mijn plant, misschien stukjes die door bladluis waren aangetast. Maar hoe dan ook, hij stopte die in zo'n zakje met zo'n strip die je dicht kunt drukken. "Even toppen", noemde hij dat dan, geen idee wat toppen kan betekenen...

Vorige week dinsdag kwam Hans weer onze kantoortuin binnen. Althans, hij deed een poging, maar trok toen schielijk de deur weer dicht. Even later kwam hij terug, met een paar natte handdoeken voor zijn neus en zijn mond.
- Allemachtig, wat een walm hier.
- Tja, dinsdag hè. Maar na een tijdje went het hoor.
- Ik kom weer even toppen, fluisterde hij vanachter zijn handdoek toen hij bij mijn bureau was aangekomen.
Ik zweeg. Het kwam me voor dat Hans met zijn getop insinueerde dat ik zelf niet goed voor mijn plantje zou zorgen. Kan hij soms zelf geen plant nemen, als meneertje zo nodig wil toppen? Nee hoor, ons toppertje moet míjn plantje weer hebben... Omdat ik dat allemaal zogenaamd niet zou kunnen!

Kennelijk voelde hij mijn misnoegen, want hij haalde een zakje uit zijn binnenzak.
-Hier, de helft is voor jou, eerlijk is eerlijk.
Het leek nog het meest op Javaanse suiker. Bruin, kleverig spul. Het rook nogal vies, naar Valeriaan.
Ik haalde mijn schouders op, mompelde 'nou bedankt', en stopte het zakje in mijn laptoptas.
-Pas op hè, hoog THC.
Hij gaf me een knipoog en weg was hij.

Ik snapte er allemaal niets van, want THC is de naam van een commissie die iets onduidelijks regelt met de technische hoofdstructuur of zo. Wat die met Javaanse suiker te maken heeft, het ontging me. Maar niets is zo dodelijk voor je carrière om toe te geven dat je de baas niet snapt. Bovendien had de baas zijn hielen al gelicht.

Omdat mijn gezin niet van Indisch eten houdt, heb ik op mijn vrije woensdag rempejek gebakken om uit te delen op kantoor; het is trouwens het enige recept dat ik uit mijn hoofd ken waar Javaanse suiker in moet. Afgezien van een wat bittere bijsmaak lukte de rempejek prima.

Afgelopen donderdag om elf uur ben ik ermee de kantoortuin rond gegaan. Niemand die me vroeg of ik jarig was (ik ben op 4 mei jarig, het was een trieste dag toen ik geboren werd); iedereen feliciteerde mij hartelijk, sommige vrouwelijke collega's gingen zelfs over tot de drie zoenen waar menig kantoorslaaf zo beducht voor is.

Het werd een roerige middag. Ik had zelf twee rempejeks op, en het rare was dat ik de hele tijd maar als een gek bleef kwebbelen. Nou doe ik dat altijd al tamelijk veel, de gemiddelde lengte van deze stukjes hier gaat die van al mijn collega's verre te boven en ik krijg daar achter de schermen ook menigmaal flink voor op mijn falie, maar nu was het nog eens extra erg. Ik herhaalde mezelf ook de hele tijd, maar dan in andere woorden. Ik bleef hetzelfde maar zeggen, zij het dat ik het wel steeds anders formuleerde. Ik zei alles wel op drie of vier verschillende manieren!

Maar dat was nog niets vergeleken bij het vreemde gedrag van mijn collega's. Tatjana en Carool lagen op de grond te gieren van het lachen, terwijl ze het liedje 'ik heb preitjes op mijn dijtjes' van Ria Valk probeerden te zingen. Boris ging van bureau naar bureau en at alle snoeppotten, rollen biscuit en pakjes tuc op; daarna likte hij een zakje cup-a-souppoeder schoon voor hij een zoetjesdispenser in het oog kreeg, die hij in een razend tempo op zijn tong leegde door als een gek op het blauwe knopje te drukken.

Caroline en Hubert hadden een onnavolgbaar gesprek over het aantal sterren in de ruimte vergeleken bij het aantal ronde stukjes papier in een perforator, of zoiets; en Jesper, die ook twee rempejeks op had, lag te kotsen in de prullenbak. Hij zag lijkbleek. Het werd er niet beter op toen Guido hem ging tongen, terwijl hij krijste: Het is coming out day! Het is coming out day! Tenminste dat meende ik te verstaan, krijsen en tongen tegelijk gaat namelijk niet zo goed tegelijkertijd.

Toen kwam Hans binnen, onze leidinggevende. Hij keek even rond, beende toen op mij af en zei:
-Wat hebben jullie gerookt?
-Roken mag niet in dit gebouw. In deze omgeving is tabaksrook uit den boze. Paffen is verboden binnen.
-Maar iedereen is zo stoned als een garnaal!
-Stoned, wat is dat? Wat bedoel je met stoned? Ik begrijp de betekenis van het woord stoned niet.

Woedend stampte Hans de kantoortuin uit, mijn plant onder zijn arm.
-Die zien we niet meer tuh-rug, zong Tatjana, en zij en Carool werden overmand door een nieuwe lachstuip.

Langzaam, heel langzaam werd het weer iets normaler in onze kantoortuin, toen de een na de ander overmand door een onverklaarbare eetlust naar de kantine afdroop, waar we onze dienblaadjes vollaadden met bamischijven, satehbroodjes, standaardsoep (op donderdag is dat Oriëntaalse Vermicelli) en puddingbroodjes.

Onze kantoortuin is nu weer plantloos, en we werken absoluut niet CO2-neutraal. Tragisch toch? Probeer je eens wat, komt de chef er weer een stokje voor steken. Naja.

Bij deze een oproep aan alle FOK!kers, zet allemaal morgen een Cannabis Sativa op je bureau. Dan zullen we dat broeikaseffect eens eventjes een krachtig halt toe roepen met zijn allen!