Laat de beurt aan de PNVD

Al sinds de bekendmaking van de oprichting van de PNVD, de partij met een ronduit omstreden definitie van naastenliefde, probeert het land de partij het zwijgen op te leggen. Men zet alles op alles om de partij van de verkiezingen weg te houden. Zwijgen zullen ze want hun ideeën zijn dom.

Dan denk ik terug aan mijn lagere schooltijd. In iedere klas is er één de domste. Op de lagere school zat ik naast Michael, het domste jongetje van de klas. Al was hij helemaal zo dom nog niet maar dat wist vrijwel niemand. Wanneer de meester een rekensom aan de klas voorlegde vlogen de vingers om ons heen de lucht in. Maar mijn buurman keek beweegloos naar zijn schrift op zijn schoolbank. Voor de meester was dit altijd dé reden om de vraag aan hem voor te leggen. Zenuwachtig keek Michael om zich heen, zoveel vingers die smachtten naar de beurt die hij nooit had willen krijgen. "Ik heb geen idee, meester", stamelde het domste jongetje. Soms bleef Michael zelfs volledig stil. Daarna gaf de slimste jongen van de klas gretig het goede antwoord. Het antwoord stond nota bene goed in het schriftje van mijn onzekere buurman. Hij wist het antwoord dus wel maar was bang om af te gaan voor de hele klas door een fout antwoord te geven. Het domste jongetje van de klas droeg een titel die hij niet verdiende en die hij ook nooit kwijt zou raken als gevolg van zijn angst om af te gaan.

Wie zwijgt kan niet uitgelachen of veroordeeld worden om zijn woorden want zij die zwijgen gaan nooit af. Van zij die zwijgen weet niemand of hij of zij werkelijk wel zo dom is als gedacht. Michael legde zichzelf het zwijgen op enkel uit onzekerheid. Bang om zichzelf voor gek te zetten met een dom antwoord. Bang voor hoongelach van de populairste jongens van de klas. En juist die populairste jongens waren veelal dommer dan mijn buurman maar die schaamden zich niet voor een fout antwoord. Het nonchalant geven van een fout antwoord gaf hen juist aanzien. En alleen omdat Michael steevast een vraag van de meester beantwoordde met "Geen idee" of met een lange stilte, werd hij dom gevonden. Maar uitgelachen werd hij nooit want hij gaf nooit domme antwoorden, hij zweeg. Het zwijgen verhulde het feit dat hij eigenlijk helemaal niet zo dom was als men dacht. Zwijgen om te ontkomen aan publieke vernedering.

De PNVD is niet zoals mijn klasgenootje van de lagere school. De PNVD zwijgt niet. Deze mondige partij die - naar ik mag aannemen - tevergeefs pleit voor acceptatie van hun afwijking steekt als eerste zijn vinger op bij vraagstukken over seksualiteit en seksualiteit bij minderjarigen in het bijzonder. En wat doet men met een mondige partij waarvan een groot deel van de leden er ridicule seksuele voorkeuren op nahoudt? Juist, men probeert die het zwijgen op te leggen. We willen blijkbaar niet horen wie er werkelijk de domste van de klas is. Wie zwijgt of in dit geval wie het zwijgen wordt opgelegd, kan niet uitgelachen worden. Wie zwijgt kan zichzelf niet publiekelijk voor gek zetten. Wie zwijgt of wie moet zwijgen zal nooit dat beschamende gevoel krijgen waar mijn klasgenootje zo bang voor was.

Michael was een goede jongen. Geregeld stond ik op het punt om de beurt af te pakken van degene die Michaels beurt overnam omdat Michael weer eens zweeg. "Michael heeft het goede antwoord in zijn schrift staan!", wilde ik de klas dan meedelen. Maar Michael had dat niet gewild, dat zou zijn onzekerheid louter vergroten. Dus ik zweeg met Michael mee. Voor de PNVD en haar leden heb ik geen sympathie. Het zwijgen gun ik ze niet. Ik gun het de PNVD, de domste van de klas, niet om middels zwijgen bespaard te blijven van het gevoel van schaamte waar ik Michael aan hielp te ontsnappen.

In iedere klas is nu ook vast nog steeds een Michael te vinden. Iemand die bedachtzaam zijn mond houdt uit angst om het mikpunt van spot te worden. En die zullen net als de Michael uit mijn klas het hardst lachen om de domheid van de PNVD die zich - met wat medewerking van iedereen die de PNVD het zwijgen probeert op te leggen - gewillig publiekelijk voor schut zet. Die leg je het zwijgen niet op! 'Mijn' Michael lacht het hardst om al die vrijwillige domheid. In zijn schriftje zie ik wederom het goede antwoord staan. Michael is slim, houdt zijn vinger omlaag en laat grijnzend deze beurt aan de PNVD.