Ik op de weg

Iedereen heeft wel een mening over het gedrag of de rijstijl van de gemiddelde weggebruiker. Enquêtes wijzen uit dat vrouwen vinden dat mannen agressief zijn in het verkeer en dat mannen beweren dat vrouwen niet kunnen parkeren. Bejaarden zijn ook niet welkom op het asfalt omdat die altijd veel te voorzichtig rijden en de vrachtwagens zijn weer te roekeloos bezig. Sportwagenbezitters moeten altijd, zelfs in de bebouwde kom, als een gek optrekken en jongens met petjes op zijn allemaal joyriders. Ik heb ze overal al gehoord, de mening over de ander. Maar hoe zit het nu met de spiegel die een automobilist zichzelf voor kan houden? Dat zal alleen de achteruitkijkspiegel zijn, want vaak vind de bestuurder zelf dat hij een goede rijder is en dat ook vaak wil benadrukken door te zeggen dat hij situaties van tevoren al kan in schatten. Het is overal hetzelfde liedje. Niet dat ik erover klaag, ik rijd immers vaak mee, maar het valt mij op dat iedereen anders rijdt en dat iedereen vindt dat hij de "King Of The Road" is en de rest eigenlijk niet zou mogen rijden.

Zo rijdt mijn vader altijd binnen de maximaal toegestane snelheid. Hij stuurt goed en parkeert ook in een poep en een zucht in de meest krappe parkeerplaatsen. Hij heeft leren rijden in Amsterdam en als je in een chaos kan rijden dan moet een overzichtelijke weg simpel zijn. Hij is ook al wat jaren weggebruiker en rijdt al jaren lang schadevrij. Is dat knap? Je zou zeggen dat dat normaal zou horen te zijn. Hij vindt dit ook allemaal van zichzelf overigens. Helaas bevestigt hij wel het vooroordeel van agressie over de mannelijke bestuurders. De gemiddelde passant groet hij, in het voorbijrijden, door zo snel als Woody Woodpecker met zijn vinger op zijn voorhoofd te tikken. Treuzelende bejaarden geeft hij te kennen harder te moeten rijden door een paar keer te claxonneren en een oosterbuur met een sleurhut krijgt het helemaal te verduren. Ook mensen die altijd maar links rijden zodat ze dan harder kunnen rijden kunnen zijn goedkeuring niet krijgen. Mijn vader, een knap chauffeur die je niet tegen wil komen op de weg.

Ik rijd ook regelmatig met mijn beste maat mee. Hij heeft een mooi GTI-tje en weet het vermogen van deze wegdekvreter ook optimaal te benutten. Hij trekt lekker op, heeft uitstekende remmen en mijn maat kan behoorlijk goed sturen. Op lange rechte stukken merk je wat die pk's kunnen doen in zo'n auto. Op de afsluitdijk bijvoorbeeld kan je aardig doorgaan en hebben wij ook eens 195 op de teller zien staan. Is dit niet onverantwoord? Nou die kameraad overziet de situatie goed en probeert dit soort dingen ook alleen als het mogelijk is. Zodra er bochten aan komen of kruisingen is hij uiteraard wat behoedzamer in zijn rijstijl. Het kost hem zijn bandenslijtage en een incidentele acceptgiro van het Nationaal Incasso Bureau. Als je hem zou vragen waar hij zich op de weg aan stoort dan zijn dat mensen die bumperkleven, of ander agressief gedrag, en mensen die met een slakkengang over de linkerbaan rijden, die is voor de doorknallers vindt hij. Nergens voor nodig toch? Mijn maat, een knap coureur maar je wilt hem niet voorbij zien flitsen als je op je sparta-met zit.

Mijn oudoom rijdt met zijn tachtig jaar nog iedere dag. Zijn zicht gaat snel achteruit, waar hij ook regelmatig voor gekeurd wordt, en je kunt zien dat hij niet meer goed kan zien. Hij leunt met zijn gezicht bijna over het stuur heen alsof hij door een grote mistbank heen probeert te kijken. Het gaspedaal beroert hij lichtjes en iedereen heeft voorrang voor hem. Voetgangers en fietsers kunnen altijd even oversteken wat hem betreft, hij zit toch droog. Zijn achterliggers zijn hier zelden blij mee en laten hem dat ook duidelijk weten met woord, geluid en gebaar. Sommigen moeten ook even iets te overduidelijk langs hem scheuren. Wat weer averechts werkt, want al die voorbij razende auto's maken hem banger en hij gaat daarom nog rustiger rijden. Hij schudt ook altijd zijn hoofd bij mensen die zich aan hem storen. Al die opgefokte mensen en al die haast snapt hij maar niet. De wereld zou er toch mooier uitzien als iedereen wat makkelijker met elkaar om zou gaan? Mijn oudoom, een heer in het verkeer waar je niet achter wilt rijden.

Een collegaatje van mij rijdt in een typisch vrouwenkoekblik. Ondanks de kleine omvang van het boodschappenautootje staat zij soms acht keer te steken voor ze redelijk in een parkeervak staat. Helemaal recht is het dan nog niet, maar hij staat in ieder geval. Als er een vrachtauto in haar buurt komt zoekt ze snel een ontsnappingsmogelijkheid. Ze is als de dood voor die reuzen op de weg. Ik ken ook weer een beroepschauffeur die inderdaad met een tientonner over de weg raast.Hij parkeert als de beste. Stuur zo'n kreng maar eens door de nauwe straatjes van grote steden om winkels te bevoorraden. Hij manoeuvreert met zo'n gemak dat het kinderspel lijkt.Hij ergert zich weer op zijn beurt aan alle automobilisten die kennelijk niet in kunnen schatten wat de remweg van zo'n gevaarte is. Soms wordt hij zo erg afgesneden dat hij het wonderlijk vindt dat er nog nooit iemand zich te pletter heeft gereden tegen zijn truck.

We rijden dus allemaal anders. We ergeren ons altijd aan de ander, want die doet het niet goed in onze ogen. Allemaal iets waar we kennelijk mee moeten leren leven. Het kan toch ook anders? Maar dat is een utopie. Deel de weg met elkaar, probeer je niet te veel aan elkaar te storen, maar nog belangrijker, bedenk, als je straks weer de auto in stapt, dat de kinderen weer naar school.